Periode 2

Chapitre 3: Départ immédiat
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Chapitre 3: Départ immédiat

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periode 2
401: Literatuur: SE: Ma voiture à moi

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Introduction  P.92

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

la SNCF
l'A/R
la grève
le TGV
la voie
perturbé
de Franse NS
de staking
de Franse hogesnelheidstrein
het spoor
ontregeld
afkorting voor een retourtje

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Combinez les chiffres
trente-trois
dix
quarante-quatre
soixante-six
trente-quatre
cinquante et un
cinquante-huit
huit
soixante-dix
vingt et un
34
70
21
58
44
66
33
8
51
10

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een enkele reis?
A
un aller simple
B
un aller
C
un retour simple
D
un simple

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel kost een enkele reis?
A
C’est un train direct?
B
Ça coute combien, un aller-simple?
C
Il faut réserver?

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Moet je reserveren?
A
C’est un train direct?
B
Ça coute combien, un aller-simple?
C
Il faut réserver?

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Traduis:
propre

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de goede combinaties
le départ
la destination
bon voyage
en voiture
en avion
het vertrek
de bestemming
goede reis
met de auto
met het vliegtuig

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

la gare
la dispute
nul/nulle
voyager
reizen
waardeloos
de ruzie
het station

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal: la grève

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

la gare
le guichet
la voie
la ligne
la grève

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Combinez:
le petit boulot
les horaires
l'étudiant
le logement
rechercher
het bijbaantje
de werktijden
de student
de huisvesting
op zoek zijn naar

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tu prépares des questions
1: Hallo, hoe is het?
2: Hoe heet jij?
3: Hoe oud ben jij?
4: Waar woon jij?
5: Waar houd jij van?/ ben je dol op?
6: Ben je Frans?
7: In welke klas zit jij?
8: Heb jij een broer?
9: Heb jij een zus?
10: Heb jij een hond?

timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Als de leerlingen genoeg tijd gehad hebben om de vragen voor te bereiden kan de docent het nakijkmodel laten zien!
Tu prépares des questions
1: Hallo, het gaat goed! Dankje. Hoe gaat het met jou?
2: Ik heet .....
3: Ik ben ..... jaar oud
4: Ik woon in ..... in Nederlands
5: ik houd van.... / ik ben dol op ....
6: Nee, ik ben niet Frans / Nee, ik ben ..
7: Ik zit in de vierde
8: Ja, ik heb 1 broer/zus 
9: Nee, ik heb geen zus
10: Ja ik heb een hond / nee ik heb een kat

12: Hoe is jouw opa?
  1. Bonjour ça va bien merci et toi?
  2. Je m'appelle .....
  3. J'ai douze/treize/quatorze ans
  4. J' habite à ....  aux Pays-Bas
  5. J'aime/adore lire/danser/les jeux vidéo
  6. Non, je ne suis pas français(e)
  7. Je suis en première
  8. Oui, j'ai un/une frère/soeur
  9. Non, je n'ai pas de soeur
  10. Oui, j'ai un chien/non j'ai un chat      Non je n'ai pas d'animal


timer
8:00

Slide 16 - Tekstslide

Als de leerlingen genoeg tijd gehad hebben om de vragen voor te bereiden kan de docent het nakijkmodel laten zien!
Correction
Bonjour (comment) ça va?
Comment tu t'appelles?
Tu as quel âge?
Tu habites où?
Qu'est-ce que tu aimes / adores?
Tu es français / française?
Tu es en quelle classe?
Tu as un frère?
Tu as une soeur?
Tu as un chien?
11: Comment est ta mère?
12: Comment est ton grand père?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les verbes:
Aller, faire, prendre
gaan, doen, nemen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Faire au présent
Ik doe/ ik maak
Faire à l'imparfait
Ik deed/ ik maakte 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Faire, futur
Ik zal gaan doen
Faire, passé composé
Ik heb gedaan

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

faire
passé composé & présent
ik doe
jij hebt gedaan
wij doen
hij doet
zij hebben gedaan
jij doet
jullie hebben gedaan
nous faisons
tu as fait
je fais
vous avez fait
ils ont fait
tu as fait
il fait

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

zij hebben gedaan

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Imparfait Faire
Je
Tu
il,elle,on
Nous

Vous
Ils, elles
faisais
faisais
faisait
faisions
faisiez
faisaient

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

FAIRE
 AU P.C. 





il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
avons  fait
ont       fait
ai          fait
avez    fait
as         fait
a           fait

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de vormen van de passé composé van het werkwoord faire.
Je/j'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
fait
fait
fait
fait
fait
fait
avons
avez
ont
as
a
ai

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies