4.5 Denken over evolutie

4.5 Denken over evolutie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.5 Denken over evolutie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Creationisme/Fixisme
Religieus geïnspireerd: alles is ontstaan door één bijzondere scheppingsdaad. 
Fixisme: soorten veranderen, verdwijnen of verschijnen niet. Wat god geschapen heeft is immers perfect en moet zo blijven. 
Fixisme is van groot belang geweest voor biologisch onderzoek. De Zweed Carolus Linnaeus (1707 - 1778), de grondlegger van het indelen en benoemen van soorten, was een echte fixist. 


Slide 3 - Tekstslide

Cuvier- Catastrofisme
 Georges Cuvier (1869-1932)

  • Geloof waarbij uitgestorven dieren omkomen door geologische rampen (overstromingen, aardbevingen, branden, etc.)
  • Dit verklaarde de fossielen in verschillende aardlagen. 

Slide 4 - Tekstslide

Lamarck(isme)
Jean-Baptiste de Lamarck 
Hoogleraar zoologie (=dierkunde)

Elk dier dat een orgaan frequent en standvastig ontwikkeld (dus trainen) vergroot en verbeterd de ontwikkeling van dit orgaan. Als je het orgaan niet gebuikt dan zal deze verzwakken en minder ontwikkeld zijn. 
Deze eigenschappen geef je door aan je nageslacht. 


Slide 5 - Tekstslide

Darwinisme
Charles Darwin = grondlegger van de evolutietheorie.
Maakt een reis om de wereld als twintigjarige.
Stelt zijn publicatie uit tot zijn 50ste omdat hij bang was dat zijn idee niet geaccepteerd zou worden door collega’s.
Een theorie is geen geloof, maar een wetenschappelijk concept onderbouwd met bewijzen

Slide 6 - Tekstslide

Darwinisme
Basisprincipes 5 feiten:
Meer nakomelingen dan er in leven blijven (Overproductie)
Populatiegrootte is constant
Onvoldoende voedsel
Variatie onder individuen
Sommige verschillen zijn erfelijk
3 Conclusies
Strijd om het bestaan - 'survival of the fittest'. (Struggle for life)
Sommige individuen hebben meer kans om te overleven en de eigenschappen door te geven aan hun nakomelingen (Natuurlijkse selectie)
Dit kan leiden tot ontstaan van nieuwe soorten (Evolutie)

Slide 7 - Tekstslide

Darwinisme: Variatie

2 soorten binnen een soort kunnen op elkaar lijken, maar zijn nooit hetzelfde

Kleine verschillen komen voor
Noodzakelijk voor optreden van evolutie

Slide 8 - Tekstslide

Darwinisme: selectie
Variaties = aanleiding tot selectie. 
Welke eigenschappen zijn gunstig en welke nadelig? 
Survival of the fittest

Slide 9 - Tekstslide

Darwinisme: Erfelijkheid

Darwin wist nog niet hoe, maar wist wel dat organismen eigenschappen doorgeven aan volgende generaties. 
Ook had Mendel zijn publicaties over erfelijksheidleer al gedaan, wist Darwin hier nog niets van (er was geen internet). 

Slide 10 - Tekstslide

Darwinisme - Natuurlijke selectie

Individuen die het beste aangepast zijn, hebben de beste overlevingskansen
=
Grotere kans om eigenschappen door te geven aan nakomelingen

Slide 11 - Tekstslide

Neodarwinisme
Zelfde als Darwinisme, maar dan gecombineerd met de erfelijkheidsleer van Gregor Mendel en de populatiegenetica

Combinatie van mutatie en natuurlijke selectie zijn de bron van evolutie

Natuurlijke selectie kan dit proces bevorderen of juist tegengaan

Slide 12 - Tekstslide

Vliegende spaghettimonster
Pastafarisme
Het heelal is geschapen door het Vliegend Spaghettimonster.
Al het bewijs voor evolutie is aangebracht door zijn Noedelige Aanhangsels.
De opwarming van de Aarde is een rechtstreeks gevolg van de afname van het aantal piraten sinds de 19e eeuw. 
Het uitverkoren kostuum voor zijn volgelingen is een volledig piratenpak. Daarnaast wordt ook een vergiet gebruikt als religieus hoofddeksel.
Wie zich aan de Liever-nieten houdt, kan na zijn of haar dood in de Hemel komen. Deze staat vol met stripperfabrieken en biervulkanen. Wie zich misdraagt gaat naar de Hel. Deze is vrijwel identiek aan de hemel, alleen hebben de strippers soa's en is het bier verschaald.

Slide 13 - Tekstslide

Aan het (huis)werk
Maak Quayn 4.5 Denken over evolutie. 

Slide 14 - Tekstslide