§5.2 Present Perfect vs Present Perfect Continuous

Present Perfect vs Present Perfect Continuous
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Present Perfect vs Present Perfect Continuous

Slide 1 - Tekstslide

Present Perfect
Present Perfect
* Iets is in het verleden begonnen en is nu nog steeds zo
* Iets is net afgelopen en is nu nog relevant
* Verleden tijd zonder tijdsindicatie
focus ligt op het resultaat / hoe vaak / hoe veel

(+) have of has + voltooid deelwoord: I have broken six bones in my life.
(-) haven't of hasn't + voltooid deelwoord: My brother hasn't played any matches yet.
(?) Have of Has + onderwerp + voltooid deelwoord: Have you ever been to Scotland?

Slide 2 - Tekstslide

Present Perfect Continuous
Present Perfect
* is nu al een tijdje actief bezig
* nu een gevolg van een eerdere actie
De nadruk ligt op hoe lang het geduurd heeft

(+) have of has + been + ing-vorm: I am tired because I have been running.
(-) haven't of hasn't + been + ing-vorm: Our cat hasn't been feeling well lately.
(?) Have of Has + onderwerp + been + ing-vorm: Have you been working on that project for a long time?

Slide 3 - Tekstslide

I (have finished / have been finishing) my report already.

Slide 4 - Open vraag

The children (have played / have been playing) outside for hours.

Slide 5 - Open vraag

He (has cleaned / has been cleaning) the house all morning.

Slide 6 - Open vraag

They (have known / have been knowing) each other for years.

Slide 7 - Open vraag

We (have gone / have been going) to the gym three times this week.

Slide 8 - Open vraag

I __________ (live) here for five years.

Slide 9 - Open vraag

She __________ (work) at the company since 2019.

Slide 10 - Open vraag

They __________ (finish) their homework already.

Slide 11 - Open vraag

He __________ (study) all morning.

Slide 12 - Open vraag

We __________ (not see) that movie yet.

Slide 13 - Open vraag

The teacher __________ (give) us three assignments this week.

Slide 14 - Open vraag

It __________ (rain) for two hours now.

Slide 15 - Open vraag

You __________ (practice) the piano every day this week, haven’t you?

Slide 16 - Open vraag

My parents __________ (visit) Paris three times.

Slide 17 - Open vraag

I __________ (wait) for you for over an hour!

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link