'Meer dan lezen' herhaling en woordraadstrategie + fictie hv

Welkom hv1a!
Ga lekker zitten, fijn dat je er bent.

Telefoon in de telefoontas?
Pak je spullen! Je hebt nodig:
  • lesboek
  • schrift + pen

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom hv1a!
Ga lekker zitten, fijn dat je er bent.

Telefoon in de telefoontas?
Pak je spullen! Je hebt nodig:
  • lesboek
  • schrift + pen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even denken..
We zijn bezig met 'Meer dan lezen'
We hebben het gehad over leesstrategieën en ook over het onderwerp en hoofdgedachte van een tekst. 


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Checken maar!
Wat is het onderwerp van een tekst? 
Hoe vind je die? 
Hoe schrijf je die op?


Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
Hoe vind je die?
Hoe schrijf je die op?
timer
2:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus..
Het onderwerp = waar de tekst over gaat. Dit noteer je in een paar woorden.
Als je weet wat het onderwerp is, kun je beter begrijpen waar de tekst over gaat. 

De hoofdgedachte = het belangrijkste wat de schrijver zegt over het onderwerp.
Het is een mini-samenvatting van de tekst (één hele zin). 
Je zoekt het onderwerp en vraagt: wat is het belangrijkste wat over het onderwerp gezegd wordt? Antwoord daarop is de hoofdgedachte. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordraadstrategie?
Woord=

Raad =

Strategie =

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordraadstrategieën
Als je een onbekend woord tegenkomt in een tekst, kun je de context gebruiken om de betekenis te vinden. 
Wat is de context? ..............................................................

Zo'n manier om de betekenis van een woord te ontdekken noem je een woordraadstrategie.
Er zijn verschillende van die woordraadstrategieën.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordraadstrategieën
  • zoek een synoniem
  • zoek een omschrijving
  • zoek een definitie
  • zoek een voorbeeld
  • zoek een tegenstelling
  • zoek een bekend woorddeel
  • bekijk de illustratie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordraadstrategieën
  • zoek een synoniem
  • zoek een omschrijving
  • zoek een definitie
  • zoek een voorbeeld
  • zoek een tegenstelling
  • zoek een bekend woorddeel
  • bekijk de illustratie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Wat? Je maakt opdracht 4 én 5 op p. 13.  
Hoe? Noteer de antwoorden in je schrift. Je werkt in stilte.
Hulp? BBB. Je mag een woordenboek gebruiken. 
Tijd? 15 minuten.
Uitkomst? We gaan de opdracht straks bespreken. 
Eerder klaar? Ga verder met opdracht 4 en 6 van § 2 (p. 20)
Ook klaar? Leer de theorie voor de toets. 
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt nu: 
  • Je manier van lezen aanpassen aan het leesdoel. 
  • Het onderwerp én hoofdgedachte van een tekst bepalen. 
  • De betekenis van onbekende woorden vinden door woordraadstrategieën of een woordenboek te gebruiken. 

Heb je alles onder de knie voor de toets? 
Leer de theorie goed, maar oefen ook! 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je nog een vraag?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
We maken gezamenlijk de oefentoets.
Eerst lezen we de tekst, dan maken we de opdrachten. 

Liever zelfstandig? Je werkt in stilte

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



We lezen:
Films die nergens draaien, van Yorick Goldewijk

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelletje
De meeste woorden
Ik kies een letter, maak zoveel mogelijk woorden die beginnen met die letter!

Thema's: dieren, eten, beroepen, voertuigen, landen
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Net als bij echt memory is het doel van dit spel om twee van dezelfde te vinden. Hier wordt niet met kaartjes gespeeld, maar met bewegende personen.
De twee memory spelers gaan buiten het zicht van de rest van de groep staan. De rest van de groep maakt tweetallen. Elk tweetal verzint een korte beweging. De groep gaat in rijen staan, met de tweetallen verspreid door elkaar.
De memory spelers komen nu weer terug en beginnen het spel. Een speler wijst twee leden van de groep aan. Deze doen hun beweging die ze vooraf hebben afgesproken. Doen de twee dezelfde beweging, dan heeft de speler een memory en mag nog een keer. Het tweetal gaat bij hem in de buurt staan. Zijn de bewegingen anders, dan is de andere speler aan de beurt.