schuurpapier

schuurpapier
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

schuurpapier

Slide 1 - Tekstslide

Welke soort schuurpapier kies ik voor mijn klus?

Slide 2 - Tekstslide

Doel:
  • scherpe kanten eraf
Doel schuren
  • juiste vorm
  • scherpe kantjes eraf halen
  • glad maken

Slide 3 - Tekstslide

  • Wat voor schuurpapier heb je nodig?
  • Welke korrelgrootte gebruik je? 

  • Schuur je met de hand of met een machine? 

Slide 4 - Tekstslide

Wist je dat niet alle soorten schuurpapier daadwerkelijk van papier zijn gemaakt?

Sommige schuurvellen is de onderkant gemaakt van sterk linnen of kunststof. 

Slide 5 - Tekstslide

Schuurvellen
Schuursponzen
Schuurpads
Schuurkussens
Schuurgaas
Schuursheets
Schuurlint
Schuurvezel
Schuurrollen
Schuurwol

Slide 6 - Tekstslide

schuur
sheet

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Schuurvezel voor het reinigen en schuren van te solderen of te verlijmen oppervlakken zoals o.a. metalen en kunststof leidingen, buizen en fittingen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Grof of fijn schuurpapier?
Tekst

Slide 13 - Tekstslide

De korrelgrootte van het slijpmateriaal wordt aangeduid met een cijfer. 

Hoe hoger het getal, hoe fijner het schuurpapier. 


Werk bij schuren altijd van grof naar fijn.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Grof schuurpapier (korrel 60) is geschikt voor het grove schuurwerk. Bijvoorbeeld het verwijderen van roest of het verwijderen van een oude, bladderende verflaag.
Middelgrof schuurpapier (korrel 80 – korrel 120) gebruik je voor het afronden van hoeken en het fijner schuren vóór het schilderen.
Fijn schuurpapier (korrel 120 – korrel 180) komt van pas na het aanbrengen van een laag grondverf.
Zeer fijn schuurpapier (korrel 200 – korrel 600) gebruik je na het aanbrengen van een laklaag.

Slide 16 - Tekstslide

Met de hand schuren
Voor een kleine, simpele klus of tussen twee lakbeurten door kun je prima met de hand schuren. 

een schuurblok waar je het papier omheen wikkelt.  
op te vouwen 
of een schuurspons gebruiken.

Slide 17 - Tekstslide

Hoe stofvrij schuren?

Slide 18 - Tekstslide

  • Nat schuren
  • Schuren met stofafzuiging
  • Speciale schuurmiddelen

Slide 19 - Tekstslide

Nat schuren
Hiervoor heb je waterbestendig schuurpapier nodig. Meestal zijn dit grijze schuurvellen die zeer flexibel zijn en na een schuurbeurt makkelijk kunnen worden uitgewassen.

Slide 20 - Tekstslide

met stofafzuiging
Dit betekent dat de schuurmachine over een aansluiting (adapter) beschikt voor een externe stofzuiger. 

 Bij  schuurmachines wordt het stof door de luchtgaten in de schuurzool afgevoerd naar de externe stofzuiger.

Slide 21 - Tekstslide

Schuurmiddelen
Schuurgel (Alabastine Schuurgel 500ML) 
Bijtend schuurmiddel (st Marc in poedervorm). 

Deze middelen zorgen voor een betere hechting met de nieuwe verflaag. 
Let wel op dat deze middelen op de juiste manier moeten worden gebruikt. 

Slide 22 - Tekstslide

Gezondheid

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

1 minuut schuurwedstrijd

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

welke korrel hoort bij wel schuurpapier
fijn schuurpapier
zeer fijn schuurpapier
grof schuurpapier
korrel 60
korrel 120
korrel 240

Slide 27 - Sleepvraag

Als je schuurt doe je dat


* houtnerf zijn de lijnen in het hout
A
met de houtnerf mee
B
tegen de houtnerf in

Slide 28 - Quizvraag

Als je schuurt ga je van fijn naar grof om het beste resultaat te krijgen
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Als je buiten schildert en je papier wordt nat dan is dat niet zo erg. Schuurpapier kan hier goed tegen.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Een bandschuurmachine gebruik je om
grote oppervlakten te schuren.
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Door de vorm van de Multi schuurmachine
kun je deze gebruiken om ook in hoekjes te komen
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quizvraag

De Multi schuurmachine gebruik je alleen
voor kleinere oppervlaktes

A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quizvraag