Klas 2 week 2 Herhaling WW -er chap 2 Bron H

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

leerdoel

Na deze les weet ik nóg iets meer over de werkwoorden op -er in het Frans

Prends ton classeur

Le Présent

Op welke twee letters eindigt meer dan 80% van alle Franse werkwoorden?

Wat moet ik eerst doen met het hele werkwoord om de stam te maken?

Hoe heet het ook alweer wat ik dan bij elke persoon achter de stam moet zetten?

Alors (dus):

1. We bepalen de stam en halen -er eraf

2. We zetten achter de stam de juiste uitgang

Voorbeeld

Danser - dansen

je danse - ik dans

tu danses - jij danst

il/elle/on danse - hij/zij/met danst

nous dansons - wij dansen

vous dansez - jullie dansen

ils/elles dansent - zij dansen

Wat is de juiste vertaling van 'hij speelt'? (spelen = jouer)

1. je joue
2. tu joues
3. il joue
4. elle joue

Wat is de juiste vertaling van 'ik speel'? (spelen = jouer)

1. je joue
2. tu joues
3. il joue
4. elle joue

Wat is de juiste vertaling van 'jij speelt'? (spelen = jouer)

1. je joue
2. tu joues
3. il joue
4. elle joue

Vertaal: wij kijken
(kijken = regarder)

Dat met die werkwoorden op -er gaat mij vast wel lukken

0100