Theorie les - tekenregels dierlijke en plantaardige cel - deel 2

Welkom bij biologie
Wat is biologie?
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom bij biologie
Wat is biologie?

Slide 1 - Tekstslide

Programma:

  • Terugkoppeling vorige lessen
  • Check je kennis
  • Tekenen van een cel
Lesdoelen:

  • Ik kan mijn eigen tekening kritisch beoordelen en aanpassen;
  • Ik weet waar ik op moet letten bij het tekenen van cellen;
  • Ik ken de verschillen tussen een plantaardige en dierlijke cel.

Slide 2 - Tekstslide

Is dit een dierlijke cel of een plantaardige cel?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel

Slide 3 - Quizvraag

Is dit een dierlijke cel of een plantaardige cel?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Plantaardige cel
Dierlijke cel
Celopbouw
Een cel bestaat voor het grootste deel uit celplasma. Dat is een dikke vloeistof van water met opgeloste stoffen.

In het celplasma ligt de celkern. De celkern regelt alles wat in de cel gebeurt. 

Om het celplasma heen zit het celmembraan. Dat is een dun vlies. Het is een beetje doorlaatbaar. Sommige stoffen kunnen door het celmembraan heen, zoals water en zuurstof.
Cellen onder de microscoop
Celopbouw
Een groot deel van een plantaardige cel bestaat uit vocht. Dat vocht zit in een blaasje: de vacuole

Om de vacuole heen ligt het celplasma.

In het celplasma liggen kleine groene korrels. Dit zijn bladgroenkorrels. Door de bladgroenkorrels hebben planten een groene kleur.
Een plantencel heeft een stevig laagje om de cel. Dit is de celwand. De celwand zorgt voor stevigheid. 

Slide 6 - Tekstslide

Sleep de onderdelen van de plantaardige cel naar de goede plek. 
vacuole
cel wand
celplasma
cel membraan
bladgroenkorrel

Slide 7 - Sleepvraag

Sleep de onderdelen van de dierlijke cel naar de goede plek
Celmembraan
Celkern
Cytoplasma

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Kies 2 cellen naast elkaar uit, die je in je tekenblad schematisch gaat tekenen. 

Let op de tekenregels en teken alleen wat je ziet
Waterpest
Vul in wat voor onderwerp je hebt bekeken.
Vul in of je kleurmiddel hebt gebruikt.
Je kan de naam vinden op het etiket. In dit voorbeeld is geen kleurmiddel gebruikt. 
400
Je berekent de vergroting als volgt:

Vegroting oculair x vergroting objectief
Werk met horizontale lijnen, noteer het cijfer en in de namenlijst schrijf je achter het cijfer de juiste naam. 
Controleer je werk
Vergeet niet je werk te controleren.
Als je altijd je werk controleert, kan je het direct aanpassen. Dit scheelt veel in het uit eindelijke resultaat.
Klaar:
(Online) methode:
Thema 2 Organen en cellen:
2.5 opdracht: 1,2,4
2.6 opdracht: 1,2,5

Slide 10 - Tekstslide