§5.2(4) Tolerant Nederland(en) 17e eeuw?
1 / 20
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke jaartallen horen bij de Opstand?
A
1634-1714
B
1545-1625
C
1568-1648
D
1500-1580
Slide 2 - Quizvraag
Waarom is de bijnaam van Willem van Oranje: de Zwijger?
A
Willem liet zich niet uit over zijn geloof
B
Willem had thuis niets te zeggen
C
Willem zweeg vooral over zijn vele vrouwen
D
Willem had een spreekverbod gekregen
Slide 3 - Quizvraag
Filips en Willem waren goed bevriend.
Hoe weten we dat?
Hoe weten we dat?
A
Ze schreven elkaar aardige brieven
B
Willem vernoemde zijn oudste zoon naar zijn vriend
C
Er zijn schilderijen waar ze beide opstaan
D
Ze droegen bff speldjes
Slide 4 - Quizvraag
Welk ander motief zou Willem kunnen hebben om zijn zoon te vernoemen?
A
In een goed blaadje komen bij de schoonfamilie
B
Filips was in die tijd de populairste naam voor jongetjes
C
Willem was een groot bewonderaar van Filips
D
De vrouw van Willem was stiekem verliefd op Filips
Slide 5 - Quizvraag
Welke gebeurtenis hoort bij het jaartal 1566?
A
In inname van Den Briel
B
De onthoofding van de graven Horne en Gelre
C
De Beeldenstorm
D
Jan van Leiden wordt koning van Münster
Slide 6 - Quizvraag
Welke opdracht kreeg Alva mee toen Filips II hem naar de Nederlanden stuurde?
A
Zorg voor godsdienstvrijheid
B
Bestraf de protestanten en opstandige edelen
C
Hef hoge belastingen voor de Spaanse schatkist
D
Zorg ervoor dat de Nederlandse boeren specerijen verbouwen
Slide 7 - Quizvraag
Hoe noem je het beroemde document waarmee de Republiek zich in 1581 onafhankelijk verklaarde?
A
Verklaring Omtrent Gedrag
B
Verdrag van Münster
C
De Notariële acte
D
Plakkaat van Verlatinghe
Slide 8 - Quizvraag
True or false?
De laatste woorden van Willem van Oranje waren: 'Mijn God, mijn God, heb medelijden met mij en met dit arme volk'
De laatste woorden van Willem van Oranje waren: 'Mijn God, mijn God, heb medelijden met mij en met dit arme volk'
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Het calvinisme werd in de Republiek de staatsgodsdienst. Toch werden niet alle geloven verboden.
Welk begrip past hierbij?
Welk begrip past hierbij?
A
Godsdienstvrijheid
B
Persvrijheid
C
Gewetensvrijheid
D
Vrijheid van meningsuiting
Slide 10 - Quizvraag
De Republiek bestond uit Zeven Verenigde Nederlanden. Maar welk gewest hoort niet in het rijtje thuis?
A
Friesland
B
Utrecht
C
Holland
D
Drenthe
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een 'kenau'?
A
Een bazige, boosaardige vrouw
B
Een houthandelaar uit Haarlem
C
Een exotisch hert dat uit Azië meegenomen werd naar Europa
D
Een Groningse zegswijze voor het Friese 'it kin net'
