Prepositions (voorzetsels)

Prepositions
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Prepositions

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een preposition
Een preposition is een woord, of een groep woorden (voorzetsels), die we voornamelijk gebruiken voor een noun (zelfstandig naamwoord) of een pronoun ( voornaamwoord) om plaats/locatie/richting aan te geven.
- She was hiding under the table.
On Mondays, I work from home. 
- The river runs through the woods.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

IN
ON
AT
The Evening, The morning
Winter, 2006, July

Wednesday, My birthday,
Sunday morning, Saturday, 
July 2nd, Christmas
the tapas restaurant, night, midday, 12:30

Slide 5 - Sleepvraag

I was born ............ January.
A
In
B
On
C
At
D
By

Slide 6 - Quizvraag

I have never been .......... TV.
A
In
B
On
C
At
D
To

Slide 7 - Quizvraag

I always go skiing ........ the winter.
A
In
B
On
C
At
D
To

Slide 8 - Quizvraag

The exercise is ........ page 53.
A
In
B
On
C
At
D
To

Slide 9 - Quizvraag

More prepositions of time
- during
- for
- since
- until, till

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Prepositoins of direction

Slide 12 - Tekstslide

What are prepositions of direction?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link