Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden tijd correct spellen
Ik kan het voltooid deelwoord correct spellen
Ik weet hoe ik de infinitief correct spel
Ik kan het bijvoeglijk naamwoord correct spellen
Ik kan het tegenwoordig deelwoord correct spellen
Ik kan de gebiedende wijs
Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen
1
Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
Differentiëer
Differentiëer
Instellingen
Leerdoelen
Ik ken de verschillende vormen van het werkwoordIk kan de persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden tijd correct spellenIk kan het voltooid deelwoord correct spellenIk weet hoe ik de infinitief correct spelIk kan het bijvoeglijk naamwoord correct spellenIk kan het tegenwoordig deelwoord correct spellenIk kan de gebiedende wijs correct spellenIk weet hoe ik van een werkwoord een zelfstandig naamwoord kan maken
Slide
js correct spellen
Ik weet hoe ik van een werkwoord een zelfstandig naamwoord kan maken
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4
In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Leerdoelen
Ik ken de verschillende vormen van het werkwoord
Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden tijd correct spellen
Ik kan het voltooid deelwoord correct spellen
Ik weet hoe ik de infinitief correct spel
Ik kan het bijvoeglijk naamwoord correct spellen
Ik kan het tegenwoordig deelwoord correct spellen
Ik kan de gebiedende wijs
Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen
1
Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
Differentiëer
Differentiëer
Instellingen
Leerdoelen
Ik ken de verschillende vormen van het werkwoordIk kan de persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden tijd correct spellenIk kan het voltooid deelwoord correct spellenIk weet hoe ik de infinitief correct spelIk kan het bijvoeglijk naamwoord correct spellenIk kan het tegenwoordig deelwoord correct spellenIk kan de gebiedende wijs correct spellenIk weet hoe ik van een werkwoord een zelfstandig naamwoord kan maken
Slide
js correct spellen
Ik weet hoe ik van een werkwoord een zelfstandig naamwoord kan maken
Welke vorm van het werkwoord is in de volgende zin gebruikt? Fabian VOETBALT graag.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
tegenwoordig deelwoord
Slide 4 - Quizvraag
Welke vorm van het werkwoord is in de volgende zin gebruikt? Fabian heeft vaak GEVOETBALD.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
tegenwoordig deelwoord
Slide 5 - Quizvraag
Welke vorm van het werkwoord is in de volgende zin gebruikt? Fabian wil graag VOETBALLEN.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
tegenwoordig deelwoord
Slide 6 - Quizvraag
Welke vorm van het werkwoord is in de volgende zin gebruikt? VOETBALLEND zingt Fabian een liedje.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
tegenwoordig deelwoord
Slide 7 - Quizvraag
De persoonsvorm
De persoonsvorm is het werkwoord dat in de zin van tijd kan veranderen.
Bij een aantal werkwoorden kun je niet horen of het werkwoord van tijd kan veranderen. Bij werkwoorden als 'branden', 'landen', 'rusten', 'planten' en 'wachten'.
Slide 8 - Tekstslide
Vul de persoonsvorm t.t. in. Hoe (vinden) … je de film?
Slide 9 - Open vraag
Vul de persoonsvorm t.t. in. Hoe laat (landen) … ons vliegtuig?
Slide 10 - Open vraag
Vul de persoonsvorm v.t. in. Carolien (beweren) … van alles.
Slide 11 - Open vraag
Vul de persoonsvorm v.t. in. Vroeger (moeten) veel mensen groente uit eigen tuin eten.
Slide 12 - Open vraag
Vul het voltooid deelwoord in. Wij zijn nog nooit (verhuizen) ...
Slide 13 - Open vraag
Vul het voltooid deelwoord in. Zij hebben elkaar (beloven) beter samen te werken.
Slide 14 - Open vraag
Vul de juiste werkwoordvorm in. Hij (aanvaarden, t.t.) mijn excuses.
Slide 15 - Open vraag
Vul de juiste werkwoordvorm in. Hij (aanvaarden, v.t.) mijn excuses.
Slide 16 - Open vraag
Vul de juiste werkwoordvorm in. Het (opluchten) …. hem wel …, toen hij een andere baan vond.
Slide 17 - Open vraag
Vul de juiste werkwoordvorm in. Tegenwoordig (behandelen) … mijn advocaat de zaak zelf.
Slide 18 - Open vraag
Vul de juiste werkwoordvorm in. Hoeveel zouden die kasten (kosten) …?
Slide 19 - Open vraag
Het bijvoeglijk naamwoord
Als een bijvoeglijk naamwoord wordt verbogen dan komt er een 'e' achter. Soms moet je een klinker weglaten. Soms moet je een medeklinker toevoegen. Als het voltooid deelwoord op -en eindigt, schrijf je het bijvoeglijk naamwoord ook met -en.
De geslachte koe
De vergrote foto
Het bezette toilet
Een verlaten stad
Slide 20 - Tekstslide
Vul de juiste werkwoordvorm in. Die (verrotten) appels gooi ik weg.
Slide 21 - Open vraag
Vul de juiste werkwoordvorm in. Dat (afbranden) … huis was niet verzekerd.