Par 1.2 (deel 2)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Elisabeth Schenk

Geboren op 25 augustus 1921

in Schoonhoven 

In september 1943 gedeporteerd naar Auschwitz. 

Ze heeft het niet overleefd. 

Programma 

1. Uitleg 1.2 (15 min.)
2. Controlevraag (15 min.)
3. Uitleg: Hoe beantwoord ik een vraag (10 min.)
4. Oefenen met vragen (20 min.)
5. Huiswerk (rest van de les)

Lesdoelen

1. Je kunt uitleggen waar en waardoor de landbouwrevolutie ontstond.

2. Je kunt uitleggen hoe en waardoor de landbouwrevolutie zich verspreidde naar Europa.

3. Je kunt de gevolgen van de landbouwrevolutie beschrijven en verklaren.

4. Je kunt uitleggen waardoor en waarom (in Mesopotamië) stedelijke gemeenschappen ontstonden

5. Je kunt stedelijke gemeenschappen herkennen en verklaren

Vragen??

Waarom worden culturen uit de prehistorie vernoemd naar de plek waar ze leefden, of naar de bijzondere voorwerpen die ze maakten?

Waarom leverde landbouw in de vruchtbare halve maan, ondanks het warme weer en de weinige neerslag, grote oogsten op?

Geef een korte samenvatting van hoe irrigatielandbouw werkt.

Geef vier gevolgen van de irrigatielandbouw

Wat hebben de woorden stadstaat en polytheïsme met elkaar te maken?

Welke functies vervulde religie in de eerste steden?

Wat is het verband tussen het ontstaan van steden en het ontstaan van het schrift?

KA3: Hoe ontstaan stedelijke gemeenschappen?

1. Jagers en verzamelaars werden boeren (KA2)
2. Boeren wonen het liefst dicht bij rivieren: Slib van de rivieren is heel vruchtbaar
3. Soms erg droge tijden: Gewassen hebben water nodig 
4. Ontstaan Irrigatielandbouw 
5. Irrigatiesysteem leidt tot meer opbrengsten van de oogst  

Opdracht 

Maak het huiswerk voor de volgende les: 

Lezen: Par. 2.1 (Blz. 30 t/m 33)

Maken:

Leerdoelen TV 1 (1.1 en 1.2)

Par. 2.1, vr. 3c, d en e, 4 t/m 6 (blz. 33 en 34)

Gebruik bron 1.
Je concludeert dat Ur in 1750 voor Christus een vroeg-stedelijke gemeenschap is, onder andere omdat uit de bron blijkt dat er sprake is van handel.Ondersteun je conclusie door voor twee andere kenmerken van een vroeg-stedelijke gemeenschap aan te tonen dat ze in de bron naar voren komen.

Vraag 2

Drie gegevens over de 'koninklijke weg' van 2700 kilometer die de

Perzische koning Darius I (549-486 voor Christus) opnieuw liet inrichten:

1 De weg werd onderhouden door arbeiders en beveiligd door soldaten.

2 De weg vergemakkelijkte transport tussen de verschillende delen van het Perzische rijk.

3 Darius liet langs de weg inscripties aanbrengen over de opstanden die hij neersloeg en de tegenstanders die hij doodde.

Op basis van deze gegevens kun je aantonen dat in Perzië in de vijfde eeuw voor Christus sprake was van een vroeg-stedelijke samenleving. Toon dit aan voor twee kenmerken van een vroeg-stedelijke samenleving, waarbij je je antwoord ondersteunt met telkens een ander gegeven. 

Antwoord vraag 2

maximumscore 2

Kern van een juist antwoord is (twee van de volgende):

 Er was sprake van verschillende beroepen / specialisatie / een gelaagde samenleving, wat blijkt uit het gegeven dat

arbeiders/soldaten betrokken zijn bij het onderhoud/de beveiliging.

 Er was sprake van handel/overschotten, wat blijkt uit het gegeven dat er transport plaatsvond tussen alle delen van het rijk.

 Er was sprake van schrift, wat blijkt uit de aangebrachte inscripties waarmee Darius communiceerde over zijn militaire daden.

per juiste combinatie 1

Opmerkingen

 Alleen als het antwoord een combinatie bevat van een juist kenmerk van een vroeg-stedelijke samenleving en een daarbij passend gegeven, wordt telkens 1 scorepunt toegekend.

 Als er tweemaal wordt verwezen naar hetzelfde gegeven, wordt alleen bij de eerste verwijzing 1 scorepunt toegekend.