Profielwerkstuk H/V les 1 - kick off

Profielwerkstuk 
Rijswijks Lyceum

havo en vwo
2023-2024
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudievaardighedenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Profielwerkstuk 
Rijswijks Lyceum

havo en vwo
2023-2024

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van deze les
Je kent de eisen van het PWS
Je hebt een (voorlopig) onderwerp bepaald
Je hebt informatie gezocht
Je weet hoe je een goede hoofdvraag formuleert
Je formuleert een (voorlopige) hoofdvraag
Je start met het formuleren van (voorlopige) deelvragen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het PWS
Het profielwerkstuk wordt beoordeeld met een cijfer, dat meetelt in het zgn. combinatiecijfer (het afgeronde gemiddelde van de afgeronde cijfers van maatschappijleer, CKV en het profielwerkstuk).

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het PWS - eisen
  • Je moet het onderzoek uitvoeren bij één van de vakken waarin je een centraal examen doet.
  • Je moet per persoon ca. 80 uur besteden aan je profielwerkstuk.
  • Je maakt een profielwerkstuk in principe samen met iemand anders.
  • Als de vorm van het profielwerkstuk anders is dan een schriftelijke presentatie, dan moet je daar altijd een schriftelijke toelichting bij geven. Die toelichting geldt dan als een deelproduct met verantwoording en technische specificatie.
  • Je moet je profielwerkstuk ook daadwerkelijk presenteren.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het PWS - beoordeling
  • Onderzoek (3x)
  •         Eindproduct
  •         Proces
  • Presentatie (1x)

De beoordelingsmodellen worden opnieuw onder de loep genomen. Begin schooljaar 23/24 ontvang je het beoordelingsmodel dat past bij jouw werkstuk.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biologie

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wiskunde

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duits

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Engels

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aardrijkskunde

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunst

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen
Werk van het begin af aan aan een literatuurlijst/bibliografie 

Betrouwbaarheid
Wie is de auteur?
Wanneer is de bron gemaakt?
Waar is de bron gemaakt?
Wat is het voor bron?


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeksvraag
Beschrijvende vragen
Vergelijkende vragen
Verklarende vragen
Evaluatieve vragen
Probleemoplossende vragen
Voorspellende vragen

Slide 14 - Tekstslide

Beschrijvende vragen
Bij een beschrijvende vraag geef je een overzicht van een situatie of ontwikkeling, bijvoorbeeld: Hoe ziet de dagindeling van de directeur eruit? Nadeel van dit type vragen is dat ze vaak weinig sturend zijn voor je onderzoek.
Vergelijkende vragen
In je onderzoek vergelijk je twee of meer situatie, gebeurtenissen of ontwikkelingen met elkaar, bijvoorbeeld wat zijn de verschillen tussen voetballen op kunstgras en op natuurlijk gras?
Verklarende vragen
In je onderzoek ga je op zoek naar een antwoord op een waarom vraag, bijvoorbeeld wat zijn de oorzaken van het grote aantal werklozen in de jaren dertig of in deze branche?
Evaluatieve vragen
Bij een evaluatieve vraag geef je, op basis van je onderzoek, een (waarde)oordeel over iets, bijvoorbeeld: Moet je als je op kunstgras voetbalt anders trainen dan wanneer je op natuurlijk gras voetbalt?
Probleemoplossende vragen
Je probeert, op basis van je onderzoek, een bepaald probleem op te lossen, bijvoorbeeld: Hoe kun je de werkloosheid onder bouwvakkers effectief bestrijden?
Voorspellende vragen
Je probeert, op basis van je onderzoek, te voorspellen hoe iets er in de toekomst uit zou kunnen zien, bijvoorbeeld: Hoe ziet de banenmarkt er over twintig jaar uit?
Onderzoeksvraag formuleren
Open vraag
Aanscherpen
Eisen
- haalbaar                                          - ethisch verantwoord 
- overdraagbaar                              - voldoende uitdagend
- interessant                                     - relevant

Slide 15 - Tekstslide

Het formuleren van een juiste onderzoeksvraag, zorgt ervoor dat jij niet verdwaalt in het onderwerp. Het geeft houvast en zo weet je precies waar je het over wilt hebben. Besteed daarom genoeg tijd aan het formuleren van een onderzoeksvraag. Heb je hem? Laat het dan goedkeuren door je begeleider op school. Als je groen licht hebt, ga je nadenken over je onderzoeksmethode en de stappen die je gaat nemen.

Open vraag
Kies altijd een open vraag. Dat zijn vragen met woorden als “Wat is het verband tussen”, “Wat is de relatie tussen”, “Wat is de samenhang tussen”, “In hoeverre” etc. Vermijd de werkwoorden “kunnen” en “zouden”, die vragen beantwoort je meestal met ja/nee. Ze leveren weinig diepgang op in je profielwerkstuk. Vermijd de werkwoorden “moeten” en “willen”, deze geven al meteen een bepaalde richting of uitkomst aan je onderzoeksvraag.

Aanscherpen
Het kan gebeuren dat je onderzoeksvraag toch niet precies genoeg is. Dat kan om verschillende redenen: misschien is het toch niet onderzoekbaar of kom je erachter dat een andere onderzoeksvraag interessanter is. Blijf daar tijdens het profielwerkstuktraject alert op. Observeer goed en denk na over wat je eigenlijk onderzoekt, hou ook je meetgegevens en waarnemingen in de gaten. En anders wordt het aanscherpen!

Eisen
Een goede onderzoeksvraag is:
Haalbaar: je kan het op school of ergens anders onderzoeken/ontwerpen, zonder dat het heel ingewikkeld wordt.
Overdraagbaar: jouw onderzoeksvraag is zo helder, dat een andere leerling er ook mee aan de slag kan.
Interessant: het antwoord ligt niet voor de hand, je moet het onderzoeken om een antwoord te vinden.
Ethisch verantwoord: het antwoord en het proces mag niemand en niets schaden.
Voldoende uitdagend: zorg dat je vraag niet te makkelijk is. Het zorgt voor een slordig onderzoek dat weinig tijd kost en niet uitdagend genoeg is. Ja-neevragen zijn vaak te makkelijk. Kies dus een open vraag (zie “Open vraag” boven in de tekst).
Relevant: je hebt iets aan het antwoord, het is nuttig en je kunt er iets mee. Denk bijvoorbeeld aan het nemen van een beslissing. Of ervaring en vaardigheden opdoen met een onderwerp. Jouw onderzoeksvraag kan ook handig zijn voor een vervolgopleiding.

Bedenk vooraf hoe je antwoord op de onderzoeksvraag er ongeveer uit gaat zien, dat helpt bij het opstellen van een goede vraag. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeksmethoden
Bronnenonderzoek
Proefondervindelijk onderzoek
Ontwerpen
Modelleren

Slide 17 - Tekstslide

Brononderzoek
Bij een bronnenonderzoek denk je waarschijnlijk in eerste instantie aan onderzoek binnen een alfa- of gamma-profiel. Maar ook aan veel proefondervindelijke of experimentele onderzoeken gaat vaak een bronnenonderzoek vooraf.
De meest voorkomende vorm van een bronnenonderzoek is een literatuuronderzoek. Maar in deze categorie vallen ook onderzoeken waarbij de informatie (vooral) afkomstig is uit een enquête, een of meer interviews of uit andere dataverzamelingen.
Proefondervindelijk onderzoek
Bij een proefondervindelijk of experimenteel onderzoek zoek je naar een antwoord/antwoorden op een onderzoeksvraag of een probleemstelling door het uitvoeren van experimenten. Tijdens het uitvoeren doe je waarnemingen, aan de hand waarvan je vervolgens conclusies trekt.
Ontwerpen
In een ontwerpopdracht maak je een beschrijving van iets of maak je een ontwerp. je kunt bijvoorbeeld denken aan een bouwkundig ontwerp, een kleding- of kunstontwerp, maar ook aan het maken van een maquette of product. Ook kun je gebied (her)inrichten en hiervan een beschrijving geven.
Modelleren
Een model is een vereenvoudigde weergave van een deel van de werkelijkheid waarin bepaalde aspecten worden benadrukt (en andere daartoe worden weggelaten). Er zijn verschillende soorten modellen:
Een tastbaar model maken: een prototype, een voorbeeldontwerp: bijvoorbeeld een model van grafeen, een model van een gestroomlijnde sportauto.
Een conceptueel model maken: een schema waarmee je een proces beschrijft, een beschrijving hoe je een probleem aanpakt: bijvoorbeeld beschrijven hoe je bier maakt, hoe je in het algemeen een elektrische schakeling doorrekent.
Een wiskundig model maken: je maakt aan de hand van theoretische relaties een omgeving waarin je de invloed van verschillende variabelen kunt uittesten. Of je gaat aan de hand van een aantal differentiaalvergelijkingen te werk ('dynamisch modelleren'). Bijvoorbeeld: hoeveel winst maak je als je een bepaald product op de markt wilt zetten. Of: hoeveel mensen gaan ziek worden als er een griepepidemie is.
Een simulatiemodel, waarin een situatie als het ware wordt nagespeeld. Dat kan fysiek, maar ook met de computer.
Het PWS - Presentatie
-  een poster presentatie  
- krantenartikel 
- schriftelijkverslag 
- advies 
- model/maquette 
- documentaire/film/vlog                          
-  een fotoreportage                                                                                                                      -  of anders??




Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beoordeling

  • Het gemiddelde van het werkstuk en de prestentatie bepaalt het   eindcijfer
  • PWS moet  voldoende afgerond worden
  • We gaan voor kwaliteit !!!!!
  • Laat tussendoor je werk controleren (neem zelf initiatieven)



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En nu?

  • Maak tweetallen
  • Bedenk samen aan welk vak jullie je pws willen koppelen
  • En brainstorm over een onderwerp
timer
7:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je al een idee voor het onderwerp van je pws?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

En nu?
  • Kijk wat je over dit onderwerp wilt onderzoeken? Zoek     bronnen en noteer die ook meteen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handige sites
https://www.examenoverzicht.nl/examen-informatie/algemeen/profielwerkstuk

https://litlab.nl/pws/
https://plusnederlandslab.wp.hum.uu.nl/
https://www.profielwerkstuk.nl/
https://www.profielwerkstuktaalkunde.nl/
https://pws-wereld.nl/
https://www.ru.nl/pucsociety/scholieren/profielwerkstuk/onderwerpen-profielwerkstuk-thema/
https://www.universiteitleiden.nl/loket-profielwerkstukken
https://www.wur.nl/nl/Onderwijs-Opleidingen/pws-scholieren.htm








Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies