2.1 Water is overal

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning:
Uitleg Hoofdstuk 2                                                              15 minuten
Maak de opdracht van Hoofdstuk 1 (flitskaarten) af
Maak de opdracht van Hoofdstuk 2 (samenvatting)

Oefen hoofdstuk 1 en 2 online in de methode

                           

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel  2.1:
- Ken je de functies van water
- Kun je voorbeelden geven van verschillende soorten water
- Kun je de concentratie berekenen van een stof in een oplossing

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


  • water houdt goed warmte vast dus het warmt langzaam op maar koelt ook langzaam af--> 
  • water(vooral de zee) is thermostaat van aarde
  water als thermostaat  aarde 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassingen van water
- drinkwater
- oplosmiddel
- spoelmiddel
- hulp bij bereiding van voedsel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedestilleerd water 
zuiver water, bestaat uit alleen maar water moleculen.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grondwater
De grond zuivert het water

  • Rijk aan zouten
  • Beste voor het maken van drinkwater

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte water
  • Meer zout dan grondwater
  • Veel verontreinigingen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concentratie
Concentratie = de massa van een stof per volume eenheid
                                                                    
                                                         

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

concentratie berekenen
  •  In een formule noteer je dat zo:


concentratie geeft aan hoeveel van een stof in het totale mengsel aanwezig is.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dat gaan we even samen oefenen:
Een blikje cola van 33cl bevat 28 gram suiker

1. Bereken de concentratie in g/L

Een suikerklontje weegt 4 gram
2. Hoeveel suikerklontjes zitten minimaal in 1 L cola?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel 2.2:

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplosmiddel en Spoelmiddel
Water is een goed oplosmiddel voor zeep 

en ook het spoelmiddel om zeep te verwijderen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuurlijke zepen

  • Gemaakt van plantaardig of dierlijke oliën en vetten. bv. Groene zeep


Synthetische zepen
=Detergent

  • Gemaakt van aardolie.

Slide 14 - Tekstslide

Groene zeep, hoeft niet groen te zijn.
Kalkzeep
Natuurlijke zepen reageren met kalk tot kalkzeep.

Nadelen:
  • Grauwe kleding 
  • Meer zeep gebruik

Slide 15 - Tekstslide

Natuurlijke zepen reageren met het kalk in leidingwater tot kalkzeep.

Dit kalkzeep laat grauwe plekken achter op kleding en aanslag op badkamer betegeling. Omdat een deel van de zeep reageert met de kalk, heb je minder zeep om oliën en vetten weg te spoelen. Je moet dus meer zeep gebruiken.

Synthetische zepen zijn zo ontworpen dat ze niet reageren met kalk. Je kunt met synthetische zepen voorkomen dat er kalkzeep ontstaat.
Werking van zeep

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking van zeep

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hard water
  • Stof die vaak opgelost in water zit heet kalk. 

  • De hoeveelheid kalk  die opgelost in water zit wordt de hardheid van water genoemd. 

  • Hard water bevat veel opgeloste kalkdeeltjes--> kalkaanslag

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hard water bevat veel opgelost  
kalk--> bij verhitten ontstaat 
kalkaanslag=ketelsteen


Hard water + natuurlijke zeep
 -->kalkzeep

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel 2.3:

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cosmetica
Middelen die zijn bedoeld om je lichaam te verzorgen of te verfraaien

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

crème
een verzorgende of reinigende emulsie die je op je huid smeert.

Bevat: water, een vette stof en een emulgator. 
Vaak ook: geur- en kleurstoffen, conserveermiddelen en smeermiddelen. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Shampoo
  • water
  • zeep 
  • keukenzout
  • conditioner, schuimstoffen, geurstoffen, kleurstoffen, conserveermiddel

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tandpasta
zeep -> vetresten oplossen en zuren neutraliseren
schuurmiddel -> polijst je tanden schoon, zonder het tandglazuur aan te tasten.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel 2.4:

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zure en basische schoonmaakmiddelen
  • de "zuurgraad" meet je in pH

  • pH 7 = neutraal

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisch reinigingsmiddel
  • Het is een oplossing waar base aan is toegevoegd
  • Meer base -> agressiever
  • Verwijderen olie en vet

  • Ammonia ontvet bv. de kozijnen
  • Gootsteenontstopper lost het vet 
       op in de afvoer van de leidingen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is neutraal?!?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe toon je nu aan of iets zuur of basisch is?
Indicator: een stof die van kleur verandert als de zuurgraad verandert
 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning:
Uitleg Hoofdstuk 2                                                              15 minuten
Maak de opdracht van Hoofdstuk 1 (flitskaarten) af
Maak de opdracht van Hoofdstuk 2 (samenvatting)

Oefen hoofdstuk 1 en 2 online in de methode

Klassencode: 237048
                           

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies