In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Thema 7: ecologie
Slide 1 - Tekstslide
Even herhalen: de organisatieniveaus
Slide 2 - Tekstslide
Organisatieniveau van groot naar klein
A
organenstelsel- orgaan - weefsel - cel - organel
B
organenstelsel- orgaan - weefsel - organel - cel
C
orgaan - organenstelsel - weefsel - cel - organel
D
orgaan - organenstelsel - weefsel - organel - cel
Slide 3 - Quizvraag
Bij welk organisatieniveau hoort de definitie: 'een groep organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied. '
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Na het organisatieniveau populatie komt ...
A
Organisme
B
Levensgemeenschap
C
Ecosysteem
D
Orgaan
Slide 5 - Quizvraag
Wat bestuderen we in de ecologie?
A
In de ecologie bestuderen we alle relaties (betrekkingen) tussen organismen en hun milieu
B
In de ecologie bestuderen we een milieu
C
In de ecologie bestuderen we de invloeden die afkomstig zijn van de levende natuur
D
A en B zijn beide goed
Slide 6 - Quizvraag
Welk organisatieniveau wordt NIET gebruikt in de ecologie?
A
Ecosysteem
B
Organisme
C
Orgaanstelsel
D
Populatie
Slide 7 - Quizvraag
Ecologie
Organisme: een levend wezen
Populatie: een groep organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied.
Levensgemeenschap: alle populaties (biotische factoren) binnen een bepaald gebied.
Ecosysteem: alle biotische (levende) en abiotische (niet levende) factoren binnen een bepaald gebied.
Biosfeer: alle ecosystemen samen.
Slide 8 - Tekstslide
Het organisatieniveau wat de afbeelding laat zien is......?
A
individu
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem
Slide 9 - Quizvraag
Welk organisatieniveau uit de ecologie is zichtbaar op de afbeelding?
A
Individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem
Slide 10 - Quizvraag
Merels en mussen die leven in het zelfde bos behoren tot dezelfde populatie.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quizvraag
je doet onderzoek aan een vijver. Je meet van alles: temperatuur, stroomsnelheid, pH, zuurstofgehalte. Ook worden micro-organismen, planten en dieren uit de vijver bestudeerd. Het betreft dus een onderzoek op welk organisatieniveau?
A
ecosysteem
B
levensgemeenschap
C
organisatie
D
populatie
Slide 12 - Quizvraag
Emergente eigenschap
To emerge = zomaar tevoorschijn treden
In hogere organisatieniveaus zijn processen mogelijk (en te bestuderen) die lagere organisatieniveaus niet kunnen uitvoeren
Slide 13 - Tekstslide
Dichtheid (aantal organaismen per m2) is een emergente eigenschap van een ...
A
Individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem
Slide 14 - Quizvraag
een emergente eigenschap op populatieniveau
A
biotische factor
B
geslachtverhouding
C
klimaat
D
mutatie
Slide 15 - Quizvraag
op welk organisatieniveau is voortplanting een emergente eigenschap?
A
cellen
B
organen
C
organismen
D
populaties
Slide 16 - Quizvraag
Op welk organisatieniveau wordt predatie waarneembaar?
A
organisme
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem
Slide 17 - Quizvraag
biotische of abiotische factoren?
Biotische factoren: factoren uit de levende natuur