NN 1 Kader H3 Herhaling lezen en Woordenschat

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wk. 1: H3 Lezen korte herhaling en woordenschat
* We starten iedere les met 10 minuten lezen
* Lezen afmaken? We starten met een stuk herhaling
* Start woordenschat: Je kunt een voorbeeld vinden in de tekst. We gaan samen naar de video kijken met de uitleg.
* Maken: opdr. 1 t/m 9 en opdr. 10 in 2-tallen. Je vindt de woordenlijst in Teams bij documenten
Klaar? maak de extra opdrachten online  

Slide 3 - Tekstslide

We gaan lezen
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Een tekst is meestal verdeeld in stukjes. Die stukjes noem je 1....
Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe 2....

Slide 5 - Open vraag

Antwoorden
Een tekst is meestal verdeeld in stukjes. Die stukjes noem je alinea's
Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel

Slide 6 - Tekstslide

Op welke twee manieren kun je zien dat er een nieuwe alinea begint?

Slide 7 - Open vraag

Antwoord: Op welke twee manieren kun je zien dat er een nieuwe alinea begint?
1 De alinea springt in. Een stukje wit aan het begin van de zin
2 Er is een regel overgeslagen. Een witregel

Slide 8 - Tekstslide

Wat komt er op de plek van de cijfers?
De schrijver kan een onbekend woord uitleggen door een 1... van het woord te geven. De omschrijving kan tussen 2... of 3... staan.
De omschrijving kan in een 4... zin staan. De omschrijving kan in een 5... zin staan. Weet je de betekenis nog niet? Zoek het op in het 6...

Slide 9 - Open vraag

Omschrijving van een woord
De antwoorden: 
De schrijver kan een onbekend woord uitleggen door een omschrijving van het woord te geven. 
  • De omschrijving kan tussen komma's  of haakjes staan.
  • De omschrijving kan in een volgende zin staan.
  • De omschrijving kan in een vorige zin staan.
Weet je de betekenis nog niet? Zoek het op in het woordenboek

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg H3 Lezen
Zoekend lezen
Soms wil je snel iets opzoeken in een tekst, bijvoorbeeld hoe laat een programma begint, wanneer het carnaval is of hoe laat je Nederlands hebt. Je hoeft dan niet de hele tekst te lezen. Je zoekt in de tekst en leest alleen het stukje tekst dat je nodig hebt helemaal. 

Slide 11 - Tekstslide

Zo lees je zoekend
1 Bekijk de tussenkopjes. Vaak geven die het deelonderwerp van de tekst eronder aan. Je weet dan snel waar je moet zoeken.
2 Kijk naar anders gedrukte woorden (vet, schuin, onderstreept, gekleurd)
3 Let op opvallende tekens. Als je een prijs zoekt, let je op een getal en het het euro-teken. Als je een afstand zoekt, let je op een getal en op de afkorting voor kilometer (km)

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag met het werk van week 1

We gaan samen naar de uitlegvideo kijken en daarna samen naar de opdrachten kijken. 

Slide 13 - Tekstslide