Oefenen politiek
Wat hoort er NIET bij het liberalisme?
Wat hoort er NIET bij het liberalisme?
A
Liberalen zijn voorstander van economische vrijheid en eigen verantwoordelijkheid.
B
Liberalen willen een belangrijke rol voor de overheid in de economie om te zorgen voor meer gelijkheid.
C
Individuele vrijheid is belangrijk, mensen mogen dus zelf weten welke cultuur zij naleven.
1 / 25
Onderdelen in deze les
Wat hoort er NIET bij het liberalisme?
Wat hoort er NIET bij het liberalisme?
A
Liberalen zijn voorstander van economische vrijheid en eigen verantwoordelijkheid.
B
Liberalen willen een belangrijke rol voor de overheid in de economie om te zorgen voor meer gelijkheid.
C
Individuele vrijheid is belangrijk, mensen mogen dus zelf weten welke cultuur zij naleven.
Slide 1 - Quizvraag
Met rentmeesterschap wordt bedoeld
A
Geen rente vragen over producten
B
Goed zorgen voor de aarde die in bruikleen is
C
Wel rente vragen over producten
D
Goed zorgen voor je naasten
Slide 2 - Quizvraag
Rentmeesterschap
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Christendemocraten
D
Ecologisme
Slide 3 - Quizvraag
12b. Rentmeesterschap
A
CDA
B
PVV
C
GroenLinks
D
D66
Slide 4 - Quizvraag
Hieronder staan vier klachten die bij de Nationale Ombudsman zijn binnengekomen.
Welke klacht neemt de Nationale Ombudsman in behandeling?
A
Iemand klaagt dat de buurman zijn tuin heeft vernield en daarvoor een
te lage boete van de rechter heeft gekregen
B
Iemand klaagt dat de gemeente niet wil meewerken om de
geluidsoverlast door het verkeer op te lossen.
C
Iemand klaagt over de ernstige geluidsoverlast van een feestje
tegenover zijn huis.
D
Iemand klaagt over een fabriek in de buurt die zorgt voor vervuiling
achter zijn huis.
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de
Nationale Ombudsman?
Nationale Ombudsman?
A
een instantie die helpt met problemen met de wet
B
een instantie die helpt met problemen met de overheid
C
een gebouw waar je advies kunt krijgen, als je last hebt van
discriminatie
D
een instantie tegen discriminatie
Slide 6 - Quizvraag
De Europese Commissie maakt wetsvoorstellen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Wat wordt er bedoeld met een initiatiefwetsvoorstel?
A
Een wetsvoorstel op initiatief van een lid van de Tweede Kamer
B
Een wetsvoorstel op initiatief van de Koning
C
Een wetsvoorstel op initiatief van één minister
Slide 8 - Quizvraag
Recht van initiatief heeft/hebben:
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
Beide Kamers
Slide 9 - Quizvraag
Wie is de lijsttrekker van de VVD?
A
Geert Wilders
B
Mark Rutte
C
Jesse Klaver
D
Thierry Baudet
Slide 10 - Quizvraag
VVD
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme
D
Populisme
Slide 11 - Quizvraag
VVD
A
Links
B
Rechts
C
Midden
Slide 12 - Quizvraag
CDA SGP wat voor partijen zijn dit
A
a.: christelijk partijen
B
b.linkse partij
C
c.midden partij
Slide 13 - Quizvraag
De SGP is een voorbeeld van een:
A
Christelijke, progressieve partij
B
Christelijke, populistische partij
C
Christelijke, one-issue partij
D
Christelijke, ideologische partij
Slide 14 - Quizvraag
SGP, PVV en Forum voor Democratie zijn:
A
Linkse partijen
B
Rechtse partijen
Slide 15 - Quizvraag
Wie is de fractievoorzitter van de SGP?
A
Ancilla van der Leest
B
Arie Slob
C
Kees van der Staaij
D
Mona Keizer
Slide 16 - Quizvraag
De SGP is voor het homohuwelijk
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quizvraag
De SGP is heel erg
A
progressief
B
nationalistisch
C
conservatief
Slide 18 - Quizvraag
SGP
A
Stroming die het milieu zwaarder laat wegen dan de economie.
B
Christen Unie.
C
Staatkundig Gereformeerde Partij.
D
Christen Democratisch Appel.
Slide 19 - Quizvraag
SGP
A
Links
B
Rechts
C
Midden
Slide 20 - Quizvraag
VVD en SGP
A
Links
B
Midden
C
Rechts
Slide 21 - Quizvraag
Het staatshoofd overlegt regelmatig met de minister-president. Deze gesprekken zijn geheim.
Hoe wordt dit genoemd?
Hoe wordt dit genoemd?
A
Het geheim van het kasteel
B
Het geheim van Noordeinde
C
Het regeerakkoord
D
ministeriële verantwoordelijkheid
Slide 22 - Quizvraag
Wat is Prinsjesdag?
A
De dag van de prins
B
De dag dat de troonrede wordt voorgelezen
C
Een gekke hoeden dag
Slide 23 - Quizvraag
Prinsjesdag is altijd op....
A
De derde dinsdag van september
B
De tweede dinsdag van september
C
Op 20 september
Slide 24 - Quizvraag
Op Prinsjesdag begint het politieke jaar. Wie spreekt op Prinsjesdag
de Troonrede uit?
de Troonrede uit?
A
De minister van Financiën
B
Premier Mark Rutte
C
Koning Willem-Alexander
D
Prinses Beatrix
