Toets WO2 oefening

Oefenen voor de toets!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
M&mVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefenen voor de toets!

Slide 1 - Tekstslide

Welk woord/begrip hoort bij het plaatje?

Slide 2 - Open vraag

Militarisme
Het leger heeft een superbelangrijke plek in de samenleving. Iedereen kijkt naar het leger op, wil erbij horen en er is heel veel interesse in wapens en alles wat met het leger te maken heeft. 

Slide 3 - Tekstslide

Nationalisme
(EXTREME) liefde voor het eigen land

Slide 4 - Woordweb

Een soort wedstrijd tussen landen, wie heeft de beste, de meeste en de gevaarlijkste wapens. Dit zorgde dat landen elkaar gingen wantrouwen, want waarom maak jij opeens zoveel wapens?
A
Productiemiddelen
B
Communisme
C
Wapenwedloop
D
Imperialisme

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Duitsland had verloren
Duitsland moest de schade van de oorlog terugbetalen aan landen zoals Frankrijk en België. Of het eerlijk was is nogal discutabel. 

Slide 7 - Tekstslide

Verdrag van ....
A
Berlijn
B
Bavarois
C
Parijs
D
Versailles

Slide 8 - Quizvraag

Verdrag van Versailles
Verdrag van Versailles (1919): 
Het vredesverdrag van de Eerste Wereldoorlog.  
Dit verdrag is gemaakt door Frankrijk, de Verenigde Staten, Het Verenigd Koninkrijk en Italië.   
Duitsland moest de schuld van de Eerste Wereldoorlog op zich nemen. 

Duitsland moest het leger kleiner maken, naar maximaal 100.000 man.  

Duitsland moest herstelbetalingen doen aan onder andere Frankrijk en België.  

Duitsland moest 10% van het grondgebied afstaan. 

Duitsland moest alle bezette gebieden (koloniën) afstaan. 

Duitsland mocht geen luchtmacht en grote oorlogsschepen meer bezitten.  

Slide 9 - Tekstslide

Hoe noem je dit soort posters?

Slide 10 - Open vraag

Nederland deed niet mee aan de Eerste Wereld Oorlog, zij waren neutraal. Wat betekend dat?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

De Centralen: 
Oostenrijk-Hongarije, Duitsland en Italië  
De Geallieerden:  
Rusland, Frankrijk, Engeland/het Verenigd koninkrijk en later de Verenigde Staten. 
Text

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn bondgenootschappen?
A
Landen die alleen economisch samenwerken
B
Een aantal landen die een team vormen
C
Landen die bont verzamelen
D
Een aantal landen die vijand waren van elkaar

Slide 14 - Quizvraag

Op 29 juni 1914 gebeurde er iets waardoor de vlam in de pan sloeg. Wat was de aanleiding van de WO1?
A
de Servische nationalist Gavrillo Princip de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije Franz Ferdinand.
B
De Servische nationalist wilt op de foto met de kroonprins van Oostenrijk - Hongarije Franz Ferdinand
C
Franz Ferdinand vermoord de Servische Nationalist Gavrillo Princip
D
Hitler gaat bij het leger

Slide 15 - Quizvraag

Stront aan de knikker!
Op 29 juli 1914 viel Oostenrijk-Hongarije Servië binnen. Rusland was een bondgenoot van Servië dus die verklaarde de oorlog aan Oostenrijk-Hongarije. En zo werden zowel de geallieerde als de centralen bij deze oorlog betrokken.  

Slide 16 - Tekstslide

Amerika sluit zich aan bij de Geallieerden 
Duitsland weet dat zij niet meer kunnen winnen. Dus op 11.11.1918 om 11.00 in de ochtend wordt er een wapenstilstand getekend.

Slide 17 - Tekstslide

Wannneer starte en eindige de oorlog?
Wanneer de oorlog startte en eindigde:  
Start oorlog 29 juli 1914 – einde oorlog 11 november 1918 

Slide 18 - Tekstslide