De Zwarte Dood: Begrijpen van de Pest

De Zwarte Dood: Begrijpen van de Pest

Leerdoel

Aan het einde van de les kunnen leerlingen uitleggen wat de Zwarte Dood is en de oorzaken ervan beschrijven.

Introduceer het leerdoel en bespreek hoe de les is opgezet.

Wat weet jij al over de Zwarte Dood?

Wat is de Zwarte Dood?

De Zwarte Dood was een epidemie van de pest die Europa in de middeleeuwen teisterde.

Definieer de Zwarte Dood en bespreek de geschiedenis ervan.

Symptomen van de pest

De symptomen van de pest zijn onder andere koorts, zwellingen van de lymfeklieren, en huidzweren.

Beschrijf de symptomen van de pest en vraag leerlingen of ze andere ziektes kennen met vergelijkbare symptomen.

Hoe werd de pest verspreid?

De pest werd verspreid door besmette ratten en vlooien die op mensen en dieren sprongen.

Beschrijf hoe de pest werd verspreid en vraag leerlingen of ze andere ziektes kennen die op dezelfde manier worden verspreid.

De oorzaken van de Zwarte Dood

De oorzaken van de Zwarte Dood waren de bacterie Yersinia pestis en de verspreiding ervan door besmette ratten en vlooien.

Beschrijf de oorzaken van de Zwarte Dood en bespreek hoe de ziekte zich verspreidde door Europa.

Hoe werd de pest behandeld?

Er was geen effectieve behandeling tegen de pest in de middeleeuwen, hoewel sommige mensen kruiden en andere middelen gebruikten om de symptomen te verlichten.

Beschrijf de behandeling van de pest en vraag leerlingen of ze andere ziektes kennen die in het verleden geen effectieve behandeling hadden.

De impact van de Zwarte Dood

De Zwarte Dood had een enorme impact op de bevolking van Europa, met naar schatting 75-200 miljoen doden.

Beschrijf de impact van de Zwarte Dood en bespreek hoe het de geschiedenis heeft beïnvloed.

Conclusie

Nu begrijpen we wat de Zwarte Dood is en wat de oorzaken ervan zijn. We hebben geleerd hoe de ziekte zich verspreidde en wat de impact ervan was op de bevolking van Europa.

Herhaal het leerdoel en laat leerlingen vragen stellen of discussiëren over wat ze hebben geleerd.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.