In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Begeleiden bij ADL, decubitus & smetten
Slide 1 - Tekstslide
Een smetplek ontstaat door druk van buitenaf
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quizvraag
Welke verschijnselen kun je zien bij een smetplek?
Slide 3 - Open vraag
Op de volgende plek komt GEEN smetplekken voor
A
De oksel
B
De hiel
C
De lies
D
Onder de borsten
Slide 4 - Quizvraag
Smetten (intertrigo)
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Decubitus
Decubitus is een beschadiging van de huid en/of onderliggend weefsel, meestal ter hoogte van een botuitsteeksel, als gevolg van druk of druk in samenhang met schuifkracht
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Categorie 1. Niet wegdrukbare roodheid bij een intacte huid
Roodheid van de huid (en deze is niet wegdrukbaar)
Warmte
Oedeem
Verharding
Pijn
Slide 9 - Tekstslide
Categorie 2. Verlies van een deel van de huidlaag of blaar
Oppervlakkige wond is zichtbaar met roodroze wondbodem zonder beslag. Dit kan ook als een intacte of open/gescheurde blaar zijn.
Slide 10 - Tekstslide
Categorie 3. Verlies van een volledige huidlaag (vet zichtbaar)
Subcutaan vet kan zichtbaar zijn maar bot, spieren of pezen liggen niet bloot.
Wondbeslag kan aanwezig zijn.
Slide 11 - Tekstslide
Categorie 4. Verlies van een volledige weefsellaag (spier/bot zichtbaar)
Verlies van een volledige weefsellaag met blootliggend bot, pezen of spieren.
Een vervloeid of necrotische korts kan aanwezig zijn.
Slide 12 - Tekstslide
Drukpunten
Slide 13 - Tekstslide
Wat is decubitus?
A
een beschadiging van de huid die ontstaat door langdurige druk
B
een beschadiging van de huid die ontstaat door schuifkracht
C
een beschadiging van de huid die ontstaat door een combinatie van langdurige druk en schuifkracht
D
niet wegdrukbare roodheid
Slide 14 - Quizvraag
Wat zijn bij bedlegerige zorgvragers de twee plaatsen waar decubitus het meest voorkomt?
A
Stuit en hielen
B
Stuit en schouders
C
Schouders en hielen
D
Oorlel en hielen
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van decubitus op een specifieke plaats?
A
Diabetes
B
Eiwittekort in de voeding
C
Te hoge druk op de huid
D
Weinig beweging
Slide 16 - Quizvraag
Er zit een rode, niet wegdrukbare plek op de hiel van de zorgvrager. Wat doe je? 1. hiel vrij leggen 2. katoenen sok aantrekken 3. schapenvacht eronder 4. massage en antidecubitus crème gebruiken
A
1 is juist
B
2 en 3 zijn juist
C
1 en 4 zijn juist
D
4 is juist
Slide 17 - Quizvraag
Welke groep zorgvragers loopt het meeste risico op het ontwikkelen van decubitus?
A
mensen die bed- of rolstoel gebonden zijn en weinig bewegen
B
mensen met een slechte algemene conditie
C
ouderen
D
te dikke mensen
Slide 18 - Quizvraag
Hoe ziet decubitus categorie I eruit?
A
Een blaar op de huid
B
Niet wegdrukbare roodheid
C
Niet wegdrukbare roodheid en een blaar
D
Wegdrukbare roodheid
Slide 19 - Quizvraag
Wat is naast het oorzakelijke verschil, het verschil tussen smetten en decubitus?
A
decubitus ontstaat alleen door druk- en schuifkrachten, smetten alleen door vocht bij huid op huidcontact
B
Smetten is niet rood, decubitus wel
C
Decubitus is niet rood, smetten wel
D
Er is geen verschil
Slide 20 - Quizvraag
Hoe ziet categorie II van decubitus eruit?
A
Uitgebreide rode plek
B
Diepe wond
C
Blaar en ontvelling
D
Gele wond
Slide 21 - Quizvraag
Het risico op decubitus neemt toe als iemand koorts heeft
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de beste preventieve maatregel?
A
risicoscorelijst invullen en aanvullende voeding
B
collega’s informeren en protocol in het dossier
C
cliënt folder geven over decubitus en mantelzorg informeren
D
dagelijks huidinspectie en druk opheffen
Slide 23 - Quizvraag
Hoe vaak pas je de wisselhouding toe bij bedlegerige risicocliënten?
A
1 x per 4 uur, als de cliënt op een goed AD-matras ligt
B
1 x per 2 uur, als de cliënt op een goed AD-matras ligt
C
1 x per 6 uur
D
ieder uur
Slide 24 - Quizvraag
De ideale ligging om decubitus te voorkomen bij bedlegerige cliënten is
A
bed plat, stabiele zijligging
B
Fowler-houding
C
hoofdsteun 30° omhoog, voeteneind 30° omhoog
D
semi-fowler houding: hoofdsteun 30° omhoog en bovenbenen 30° omhoog