3.2 De bloedvaten

Thema 3 Bloedsomloop
3.2 De bloedvaten
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 Bloedsomloop
3.2 De bloedvaten

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
herhalen vorige les: 3.1 Bloed
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 3.2 De bloedvaten
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?
A
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
B
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
C
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 3 - Quizvraag

Waar bestaat bloedplasma uit?
A
water en zout
B
water en opgeloste stoffen
C
water en eiwitten en opgeloste stoffen
D
water en zout en eiwitten

Slide 4 - Quizvraag

Welk deel van het bloed vervoert zuurstof
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplasma
D
bloedplaatjes

Slide 5 - Quizvraag

Zijn bloedplaatjes hele cellen?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Waar zorgen bloedplaatjes voor?
A
zuurstof opname
B
doden van ziekteverwekkers
C
bloedstolling
D
doen niks

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Zuurstof en koolstofdioxide vervoeren

Slide 8 - Quizvraag

Wat is etter of pus?

A
dode bacterien
B
dode rode bloedcellen en dode bacterien
C
dode witte bloedcellen en dode bacterien
D
dode witte bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 9 - Quizvraag

leerdoelen vandaag (3.2)
Aan het einde van de les:
- kan je de 3 typen bloedvaten noemen met hun functies

Slide 10 - Tekstslide

Inleiding
Bloed stroomt door bloedvaten naar alle plaatsen in je lichaam.
Je hebt verschillende typen bloedvaten.

Slide 11 - Tekstslide

3.2 De bloedvaten
3 soorten bloedvaten:
- slagaders
- haarvaten
- aders

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

3.2 De bloedvaten
slagaders:
- liggen vaak diep in je lichaam
- lopen vanaf je hart naar je organen toe
- wand is dik, stevig en elastisch
- bloeddruk is hoog (de druk die het bloed uitoefent op de wand van het bloedvat)
- bevatten veel zuurstof


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

3.2 De bloedvaten
haarvaten:
- steeds kleiner wordende vertakkingen van slagaders
- liggen in de organen (overal in je lichaam)
- hebben een heel dunne wand: vocht uit het bloed kan door deze wanden heen
- hebben een lagere bloeddruk dan in de slagaders

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

3.2 De bloedvaten
Doordat de wand van de haarvaten zo dun is:
- kunnen vocht met zuurstof en voedingsstoffen uit de haarvaten naar de weefsels toe. In de cellen van deze weefsels vind verbranding plaats.

- kunnen vocht met koolstofdioxide en andere afvalstoffen weer de haarvaten in.



Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

3.2 De bloedvaten
aders:
- lopen vanaf de organen naar het hart
- wand dunner en minder elastisch dan de wand van de slagaders
- bloeddruk lager dan in de slagaders
- bevatten weinig zuurstof
- bevatten aderkleppen

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

3.2 De bloedvaten
aderkleppen
- zitten vooral in aders in je armen en benen
- zorgen ervoor dat het bloed in de aders niet terugstroomt naar de organen

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

slagaders
haarvaten
aders
waar lopen ze?
van het hart naar de organen
in de weefsels
van de organen naar het hart
dikte van de wand
dikke elastische wand
zeer dunne wand
dunne wand
zuurstof
veel zuurstof
aan het begin veel zuurstof, aan het einde weinig zuurstof
weinig zuurstof
bloeddruk
hoog
van hoog naar laag
laag
waar liggen ze?
diep in het lichaam
overal in het lichaam
dicht onder de huid

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Vragen??

Slide 26 - Tekstslide

zelf aan de slag
3.2 De bloedvaten: lees de tekst en maak de opdrachten:

Alle opdrachten die horen bij § 3.2 De bloedsomloop ook samenhang!

Slide 27 - Tekstslide

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je de 3 typen bloedvaten noemen met hun functies
  • slagaders
  • haarvaten
  • aders

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide