Economie waarin de regering bepaalt wat + hoeveel er geproduceerd moet worden.
Vijfjarenplannen
Plannen waarin staat wat + hoeveel er in 5 jaar geproduceerd moet worden.
= succes!
Slide 8 - Tekstslide
Collectivisatie
Stalin wilde ook de landbouw moderniseren.
Collectivisatie --> Kleine zelfstandige boerderijen werden samengevoegd tot grote gezamenlijke boerderijen (Kolchozen).
Waarom? Meer + grotere opbrengst. Met winst uit export kon er weer geïnvesteerd worden in machines/fabrieken.
Productie van kolchozen viel tegen. (= niet zo’n succes, boeren wilden niet werken als boer -> opbrengst naar de staat. Ze slachten liever vee af dan het af te geven)
Slide 9 - Tekstslide
B: Leven in de Sovjet-Unie
Slide 10 - Tekstslide
SU na 1929
Ondanks de wereldcrisis, groeide industrie SU snel.
Stalin maakte van de SU een extreemlinkse totalitaire staat.
Slide 11 - Tekstslide
§3.4 De Sovjet-Unie 1922-1939
Slide 12 - Tekstslide
Deze les
Weektaak week 7
Aantekeningen §3.4, B + C
Aan de slag met weektaak 7
Slide 13 - Tekstslide
Vergelijking SU/ Nazi-Dui
Slide 14 - Tekstslide
Grote Terreur/zuiveringen
1936-1938 --> miljoenen mensen werden naar strafkampen verbannen (of vermoord)
Tegenstanders/eventuele dreigingen (qua macht) werden opgepakt en kregen een showproces(rechtszaak waarbij uitkomst al vaststaat)
1939 verklaarde Stalin dat de grote zuivering voltooid was
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Aan de slag
Nakijken weektaak 6
Maken weektaak 7
Slide 17 - Tekstslide
C: De Sovjet-Unie en nazi-Duitsland
Slide 18 - Tekstslide
Stalin vertrouwde Engeland en Frankrijk NIET.
1. Ze hadden de tegenstanders van de communisten gesteund met geld en wapens na de Russische Revolutie. 2. SU mocht niet aanwezig zijn bij de conferentie van München.
Slide 19 - Tekstslide
Sovjet-Unie en nazi-Duitsland waren aartsvijanden, maar tekenden een niet-aanvalsverdrag(29 augustus 1939), Molotov - Ribbentroppact.
Geheim gedeelte verdrag: Polen werd tussen beide landen verdeeld...
Stalin wist dat Duitsland uiteindelijk SU ook aan zou vallen, maar rekte tijd om het leger te mobiliseren.