In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H13: Geluid
Benodigheden
- laptop
- Binas
- Rekenmachine
Tassen op de grond
Telefoons in de zakkie
Welkom Kader 4!
Ga zitten en start met:
Ga verder met de examensite opdrachten.
Jas over je stoel
Slide 1 - Tekstslide
We gaan starten!
Wachttijd:
stopwatch
00:00
Slide 2 - Tekstslide
Practicum
Welkom Kader-3
Start met opdracht 2, 4, 6 en 8 van 2,3 Temperatuur
Je hebt straks je laptop nodig START IN:
Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.
timer
3:00
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
H13: Geluid
Introductie
§ 13.1 Geluidsbronnen
§ 13.2 Toonhoogte
§ 13.3 Geluidsterkte
§ 13.4 Geluidshinder
Slide 5 - Tekstslide
Lesprogramma
Huiswerk controle
Voorkennis/Terugblik
Leerdoelen
Instructie (uitleg)
Afsluiting
Huiswerk
Nabespreking
Slide 6 - Tekstslide
Huiswerkcontrole
Maak opdrachten op de examensite
Slide 7 - Tekstslide
Over welke opgaven van het huiswerk zijn er vragen?
Slide 8 - Woordweb
Terugblik
Voorkennis filmpje Nova
Slide 9 - Tekstslide
Trillingen en tussenstof
Slide 10 - Tekstslide
Leerdoelen 13.1
Je kunt uitleggen hoe het geluid van een geluidsbron bij je oren komt.
Je kunt uitleggen hoe de conus van een luidspreker in trilling wordt gebracht.
Je kunt berekeningen uitvoeren met de geluidssnelheid, de tijd en de afstand.
Je kunt uitleggen waarom je een echo iets later hoort dan het directe geluid.
Je kunt toelichten hoe je met een echolood de diepte van de zee kunt bepalen.
Slide 11 - Tekstslide
Wat is geluid?
Geluid zijn trillingen
Die trillingen worden gemaakt door een geluidsbron
Alles wat geluid maakt noem je een geluidsbron.
Hoe verplaatsen die trillingen zich?
Door een tussenstof
Een tussenstof kan van alles zijn: metaal, water, rubber, helium...
Slide 12 - Tekstslide
Geluidsbron
Geluid wordt gemaakt door een geluidsbron.
Dit is een voorwerp dat drukveranderingen in een tussenstof veroorzaakt, doordat het voortdurend heen en weer beweegt (trilt). *
Er is een tussenstof nodig om deze trillingen laten voort te bewegen!
Slide 13 - Tekstslide
Geluid is een trilling!
Bron => veroorzaakt trilling
Tussenstof => waar geluid doorheen gaat
Ontvanger => vangt de trilling op en "vertaalt" de trilling
verplaatst zich als een golf
Slide 14 - Tekstslide
Drukveranderingen bij een luidspreker
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Manier waarop trillende lucht voortbeweegt
Slide 17 - Tekstslide
Trillende lucht komt aan bij je oor
Slide 18 - Tekstslide
De conus van een luidspreker
Slide 19 - Tekstslide
Een luidspreker
Heeft een sterke permanente magneet en een spoel.
Muziek is een elektrisch signaal. Dit signaal zorgt voor een magnetisch veld rondom de spoel. *
Hierdoor ontstaat er trilling → dus geluid!
Slide 20 - Tekstslide
Geluidssnelheid
Snelheid waarmee het geluid zich voortbeweegt in de tussenstof. (BINAS tabel 27)
Voor lucht is dat 343 m/s (T=293 K). Bij 288K is dat 340 m/s.
afstand = geluidssnelheid x tijd
s = afstand (m)
v = geluidssnelheid (m/s)
t = tijd (s)
s=vgeluid⋅t
vgeluid=ts
Slide 21 - Tekstslide
De snelheid van geluid.
Met deze formule bereken je de afstand die het geluid heeft afgelegd.
afstand = geluidssnelheid x tijd
geluidssnelheid = afstand : tijd
tijd = afstand : geluidssnelheid.
Slide 22 - Tekstslide
Echolood
Echolood werkt ook met geluidsgolven.
Het lood zend geluidsgolven weg (toongenerator) en vangt ze weer op (microfoon).
Afgelegde weg van geluid= geluidssnelheid x tijd
(Let op, dit geluid legt 2 keer de afstand af)
De diepte meten met een echolood
Slide 23 - Tekstslide
Voorbeeldopdracht 1
De diepte van de zee wordt gemeten met een echolood. Tussen het uitzenden en weer opvangen van de puls zit 0,32 s.
Bereken hoe diep de zee is.
gegevens:
vgeluid = 1510 m/s
(BINAS tabel 27)
t = 0.32:2 = 0,16 s
s=vgeluid⋅t
Uitwerking
s = vgeluid ∙ t = 1510 × 0,16 = 242 m
Je deelt de tijd door twee omdat het geluid maar de helft van de tijd nodig heeft om naar de zeebodem bewegen. In de andere helft beweegt het weer terug naar het echolood.
Slide 24 - Tekstslide
De snelheid van geluid.
Voorbeeldopdracht 2
Je ziet een bliksemflits. Je hoort 3,0 seconden later de donder.
De luchttemperatuur is 20 °C.
Hoe ver is het onweer van je af?
gegevens:
geluidssnelheid = 343 m/s (bij temperatuur = 20 °C)
tijd = 3,0 s
gevraagd:
afstand tot het onweer = ? m
uitwerking
afstand = geluidssnelheid × tijd
afstand = 343 × 3,0 = 1029 m
Het onweer is 1029 m van je af.
Dat is ongeveer 1 km.
Slide 25 - Tekstslide
Terugkaatsing van geluid
De geluidsgoven kunnen op een voorwerp terugkaatsen.
Hierdoor krijg je een echo.
Je hoort de echo later dan het directe geluid.
Slide 26 - Tekstslide
Op deze manier de diepte peilen
Slide 27 - Tekstslide
Echolood
Instrument aan boord van een schip dat met weerkaatst geluid de diepte van de zee meet.
Slide 28 - Tekstslide
Zelfstandig werk
Kader: Paragraaf 13.1
Opdracht 1 t/m 12
Basis:
Paragraaf 9.1
Opdracht: 1 t/m 17
timer
10:00
Slide 29 - Tekstslide
Kan je geluid horen zonder tussenstof?
A
Ja
B
Nee
C
Soms
Slide 30 - Quizvraag
Welke dingen heb je nodig om geluid te kunnen horen?
A
Geluidsbron en oren
B
Geluidsbron, medium, oren
C
Geluidsbron en ontvanger
D
Geluidsbron, tussenstof en ontvanger
Slide 31 - Quizvraag
Je kan geluid horen in een vacuuüm
A
Waar
B
Niet waar
Slide 32 - Quizvraag
In de ruimte is er geen lucht of andere tussenstof, kun je dan wel geluid horen in de ruimte?
A
ja, geluid gaat gewoon door de ruimte heen
B
nee, geluid heeft altijd een tussenstof nodig
Slide 33 - Quizvraag
In de ruimte tussen de sterren kun je geen geluid horen. Hoe komt dit?
A
Er zijn geen geluidsbronnen
B
Er zijn geen geluidsontvangers
C
Er is geen tussenstof
D
Er is geen zwaartekracht
Slide 34 - Quizvraag
Aan de slag!
Maak opdracht: van paragraaf 13.1
1 t/m 13
Je mag samenwerken!
Slide 35 - Tekstslide
Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?
Slide 36 - Woordweb
Waar wil je nog extra uitleg over?
Slide 37 - Woordweb
Afsluiting: we weten.................
Je kunt uitleggen hoe het geluid van een geluidsbron bij je oren komt.
Je kunt uitleggen hoe de conus van een luidspreker in trilling wordt gebracht.
Je kunt berekeningen uitvoeren met de geluidssnelheid, de tijd en de afstand.
Je kunt uitleggen waarom je een echo iets later hoort dan het directe geluid.
Je kunt toelichten hoe je met een echolood de diepte van de zee kunt bepalen.
Slide 38 - Tekstslide
Het is duidelijk waar we met het hoofdstuk aan het werk gaan