Paragraaf 4 Binnen de Europese Unie

De Europese Unie
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De Europese Unie

Slide 1 - Tekstslide

Joe Biden koopt Nederlandse tulpen voor de first lady.
Er is voor Nederland sprake van:
A
Import
B
Export
C
Wederuitvoer
D
Alle drie zijn juist.

Slide 2 - Quizvraag

Het nationaal inkomen van een land is € 785 miljard. De importwaarde is € 456 miljard. Bereken de importquote.

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Video

0

Slide 5 - Video

Europese Unie
De Europese Unie is een economisch
samenwerkingsverband van 27 landen.

Slide 6 - Tekstslide

In alle landen van de Europese unie kun je met de euro betalen.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

In de Europese Unie zijn er gemeenschappelijke regels.
A
onjuist
B
juist

Slide 8 - Quizvraag

Binnen de Europese Unie is sprake van vrijhandel.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Vrijhandel of niet

Slide 10 - Tekstslide

De belangrijkste afspraak binnen de EU is vrijhandel

In Europa is er sprake van:
  • Vrij verkeer van goederen en diensten 
  • Vrij verkeer van personen
  • Vrij verkeer van kapitaal

Bedrijven kunnen zonder belemmeringen handelen met andere landen uit de EU. 

Vrijhandel

Slide 11 - Tekstslide

Verkeer van goederen en diensten
Binnen de EU vrijhandel tussen 27 lidstaten
Regels met BTW in iedere lidstaat anders


Slide 12 - Tekstslide

Verkeer van personen
Binnen de EU mag je overal wonen, werken en reizen.
Sociale zekerheid is in iedere lidstaat anders!


Slide 13 - Tekstslide

Verkeer van kapitaal
Binnen de EU mag je bij elke bank binnen de EU lenen en sparen

Slide 14 - Tekstslide

Gevolgen van vrij verkeer van goederen en diensten
  • Meer concurrentie tussen Europese bedrijven
  • Internationale handel toegenomen tussen landen uit de Europese Unie.


Is dit gunstig voor de consument?

ja, concurrentie zorgt voor betere kwaliteit, lagere prijzen en meer aanbod

Slide 15 - Tekstslide

Toename internationale handel.
Welke gevolgen heeft dit voor Nederland
  •   stijging export en import
  •   stijging productie
  •   stijging werkgelegenheid


Slide 16 - Tekstslide

Hoofdstuk 5 Paragraaf 4

Huiswerk
Maken som 1 tot met 8 en 10





 

Slide 17 - Tekstslide

Wat weet jij over Brexit?

Slide 18 - Open vraag

Vanessa heeft over vrij verkeer van personen. Wat betekent dat binnen de EU?

Slide 19 - Open vraag

Wat betekent dat voor de de concurrentiepositie van voetballers?
A
Gaat omhoog
B
Gaat omlaag
C
Niets

Slide 20 - Quizvraag

Wat weet jij over Brexit?

Slide 21 - Open vraag

Vanessa heeft over vrij verkeer van personen. Wat betekent dat binnen de EU?

Slide 22 - Open vraag

Wat betekent dat voor de de concurrentiepositie van voetballers?
A
Gaat omhoog
B
Gaat omlaag
C
Niets

Slide 23 - Quizvraag

Wat weet jij over Brexit?

Slide 24 - Open vraag

Vanessa heeft over vrij verkeer van personen. Wat betekent dat binnen de EU?

Slide 25 - Open vraag

Wat betekent dat voor de de concurrentiepositie van voetballers?
A
Gaat omhoog
B
Gaat omlaag
C
Niets

Slide 26 - Quizvraag