In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
In Nederland is persvrijheid. Je mag bijna alles zeggen/schrijven. Wat mag niet?
Slide 1 - Open vraag
Na deze les kan ik
uitleggen waarom pluriformiteit belangrijk is voor de democratie
de regels in de mediawet herkennen
Slide 2 - Tekstslide
pluriformiteit
pluriformiteit betekent dat er veel verschillende media bestaan, waarin veel verschillende meningen aan bod komen.
Zodat iedereen zich gehoord voelt en zich kan verdiepen in de mening van een ander.
Slide 3 - Tekstslide
mediawet
In de mediawet staan alle regels waar de media zich aan moet houden.
publieke omroepen mogen geen winst maken
publieke omroep heeft een eigen identiteit (moet anders zijn dan andere omroepen
publieke omroep moet minimaal 50.000 betalende leden hebben aan het begin. Later minimaal 100.000
publieke omroepen moeten een volledig programma verzorgen (amusement, maar ook informatief/cultureel en educatief)
publieke omroep krijgt geld van de overheid (reclame geld wordt verdeeld over omroepen)
reclame mag alleen tussen programma's en max 6.5% van de zendtijd zijn.
product placement bij publieke omroep verboden. Commerciële zenders mogen het wel. Als ze het vermelden.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
kritiek
Sommige politieke partijen vinden dat de publieke omroep teveel amusement uitzend en teveel geld kost. Ze willen één publieke omroep die alleen informatieve/culturele programma's maakt.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Welke merken zie je terug in dit fragment?
Slide 8 - Open vraag
Wie mag maximaal 6,5% van de zendtijd besteden aan reclame?
A
publieke omroepen
B
commerciële zenders
Slide 9 - Quizvraag
Hoeveel betalende leden moet een publieke omroep hebben om te kunnen beginnen?
A
5000
B
50.000
C
100.000
D
150.000
Slide 10 - Quizvraag
Waarom moeten publieke omroepen zich aan meer regels houden dan commerciële zenders?