Wat heeft u gezegd?
‘Ik kende hem niet, dus ik zei: “Jongen, met dat gestreepte hemd, ik vind het tamelijk ongehoord dat jij mij zit te vertellen dat er geen racisme bestaat. Op welke gegevens baseer jij je oordeel?” Toen mompelde hij wat. Anderen vonden na afloop dat ik hem te hard had aangepakt, maar daar heb ik niet zo’n last van. Het is misschien de eerste keer in zijn leven dat hij op dit punt eens weerwoord krijgt.
Het is wat je voortdurend hoort: ik heb er recht op deze mening te ventileren, op wat voor flinterdun materiaal die dan ook is gebaseerd. Ik ben er zeer gevoelig voor. Ik wil het niet horen. Als je ergens de ballen verstand van hebt, hou dan je mond.’
Waarom denkt u dat mensen soms zó ontzettend boos worden als je het racisme in Nederland benoemt?
‘Ik denk dat ze diep in hun hart wel weten dat de witte onschuld niet bestaat. Wat op het spel staat, is dat gekoesterde, zelfflatterende beeld. Dát wordt bevraagd, in twijfel getrokken en dat roept woede op.’