afronden en gemiddelde mbo3

Afronden en gemiddelde

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Afronden en gemiddelde

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
De student:
afrondregel toepassen
begrijpt wat een gemiddelde is.
kan het gemiddelde uitrekenen van gehele getallen én kommagetallen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden
- Op hoeveel decimalen moet je afronden?
- Je kijkt naar het getal ERNA
- Is het getal erna hoger of lager dan....?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe rond je 0,659 af op 1 cijfer achter de komma?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden van decimalen
Vanaf de 5 rond je af naar boven:
dus als de vraag is af te ronden op 1 decimaal wordt:
5,43 ------ 5,4
en 
5,45 ------5,5

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

oefenen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rond 7,63 af op 1 decimaal
A
7,7
B
7,0
C
8,0
D
7,6

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond 3.475 af op een 100-tal
A
3.400
B
3.450
C
3.500
D
4.000

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Logisch afronden
Bij sommige vragen gaat het net even anders:

Voor 1 persoon heb je 0,20 pak bloem nodig.
Hoeveel pakken bloem koop je voor 6 personen?
6 X 0,20 = 1,20. 
Te weinig hebben is alleen geen optie, dus het wordt 2.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden van geld.
Bij geld zijn er andere regels. 
€5,33 wordt bijvoorbeeld €5,35
en 
€10,47 wordt €10,45

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Breuken op de rekenmachine.
5
als decimaal getal werkt 2 gedeeld door 5 = 0,4

Dat kan met elke breuk. Het is handig om sommige breuken als decimaal getal te kennen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden op één cijfer achter de komma.
5,579 wordt ...
A
5,5
B
5,6
C
5,55
D
5,7

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afronden op twee cijfers achter de komma.
4,5799 wordt ...
A
4,57
B
4,59
C
4,56
D
4,58

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afronden op hele getallen.
15,49 wordt ...
A
16
B
15
C
15,5
D
15,4

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gemiddelde

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekst

Slide 21 - Tekstslide

7,5
Tekst

Slide 22 - Tekstslide

33

Slide 23 - Tekstslide

7