De roodborst heeft zijn naam aan zijn uiterlijk te danken. De oranjerode snuit, keel en borst vallen behoorlijk op. Tenminste, als je ze van voren ziet. Het zijn vrij kleine vogels met een bruine kop en rug, dus als ze stil zitten op de grond of in een struik, loop je ze snel voorbij. Roodborsten jagen door laag bij de grond stil te zitten en bovenop hun prooi te duiken, zoals insecten, spinnen of andere kleine dieren. Als je in de tuin aan het werk bent, moeten veel van deze kleine dieren zich verplaatsen. Dat is makkelijk jagen voor de roodborst, die dan gerust heel dichtbij je komt zitten. In de winter eten ze bessen, zaden en bezoeken graag een voederplank.