6. Stunde Kap. 1

Mitteilungen
- 2. November Prüfung Kapitel 1 + Literatuur. 
- Lesedossier einreichen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Mitteilungen
- 2. November Prüfung Kapitel 1 + Literatuur. 
- Lesedossier einreichen

Slide 1 - Tekstslide

Was macht ihr heute? 
- Sehen: Corona 2, die zweite Welle
- Die Fälle üben 
- Grammatik: Mehrzahl + üben

Slide 2 - Tekstslide

Lernziele
- Du kannst einen kurzen Film verstehen. 
- Du kennst die Grammatik "die Fälle". 
- Du kennst die Hauptregeln zur Mehrzahlbildung

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Grammatik
- Inventarisieren: was habt ihr durchgenommen
- Mache die Lessonupstunde : "Fälle üben",  die ich mit euch geteilt habe. 

Slide 5 - Tekstslide

Mehrzahl (meervoud)
/Plural
Algemeen:  
Het lidwoord is altijd die!

Let op de hoofdregels op de volgende dia gelden vaak, maar er zijn ook nog genoeg uitzonderingen. 
Leer het meervoud altijd mee bij de woorden. 

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdregel : 
Mannelijk: Umlaut + e
   Vorbilde: der Ball - die Bälle
                       der Baum - die Bäume*
Vrouwelijk: + (e)n
   Vorbilde: die Farbe - die Farben
                       die Frau - die Frauen
Onzijdig: + e
Vorbilde: das Haar - die Haare
                    das Brot - die Brote

Aanvulling: 
Mannelijk: 
- Bij au komt de Umlaut op de a. 
- Bij samengestelde woorden zoals bijv. Urlaubsgruß komt de Umlaut op het laatste woord die Urlaubsgrüße

Vrouwelijk: 
- Woorden die eindigen op e, el & er krijgen alleen een n.   

Slide 7 - Tekstslide

Uitzonderingen
  • Mannelijke en onzijdige woorden die eindigen op -en, -er & el veranderen in het meervoud meestal niet. 

Vorbild: der Computer - die Computer

Slide 8 - Tekstslide

Uitzonderingen
  • Veel woorden die eindigen op a, i, o of y krijgen een s bij de meervoudsvorm. Vorbild: die Kamera - die Kameras, das Auto - die Autos
  • Vrouwelijke of onzijdige die eindigen op n of s krijgen een verdubbeling. Vorbild: die Freundin - die Freundinnen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Was ist die Mehrzahl von:
der Gast
A
die Gaste
B
die Gäste
C
die Gasten
D
die Gästen

Slide 11 - Quizvraag

Was ist die Mehrzahl von:
das Krokodil
A
die Krokodile
B
die Krokodilen
C
die Kroködile
D
die Krokodils

Slide 12 - Quizvraag

Was ist die Mehrzahl von:
das Schaf
A
die Schafen
B
die Schäfe
C
die Schafe
D
die Schäfen

Slide 13 - Quizvraag

Was ist die Mehrzahl von:
die Mehrheit
A
die Mehrheiten
B
die Mehrheite

Slide 14 - Quizvraag

Was ist die Mehrzahl von:
das Ereignis
A
die Ereigniss
B
die Ereignissen
C
die Ereignisses
D
die Ereignisse

Slide 15 - Quizvraag

Was ist die Mehrzahl von:
das Pony
A
die Pony's
B
die Ponys
C
die Ponies
D
die Ponie's

Slide 16 - Quizvraag

Grammatik
(Mehrzahl)
Seite 43
Aufgabe 8a (für die der/die/das Regeln schlage Seite 265 nach)
+
Aufgabe 8b

Slide 17 - Tekstslide

Grammatik
(die Fälle)
Seite 41
Aufg. 5 + 6

Seite 43
Aufg. 9

Slide 18 - Tekstslide

Hausaufgaben

Slide 19 - Tekstslide