§2.2 Arbeiders eisen meer rechten

§2.2 Arbeiders eisen meer rechten
Nederland als industriële samenleving
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§2.2 Arbeiders eisen meer rechten
Nederland als industriële samenleving

Slide 1 - Tekstslide




Leerdoelen

Introductie

Wat weet je nog?

Klassikale uitleg

Opdracht: verschil tussen confessionelen, liberalen en socialisten

Maken opdrachten




Planning

Slide 2 - Tekstslide

§2.2
Arbeiders eisen meer rechten
BASIS
A
 Samen sterk
Leerdoel:
  • Je kunt uitleggen waarom arbeiders weinig macht hadden en hoe zij toch hun positie probeerden te verbeteren.
Begrippen:
  • liberalen
  • vakbonden
  • algemeen kiesrecht
B
 Nieuwe wetten
Leerdoel:
  • Je kunt uitleggen door welke nieuwe wetten de situatie van de arbeiders eind 19e eeuw sterk verbeterde.
C
 Een modern land
Leerdoel:
  • Je kunt een aantal kenmerken noemen van het moderne Nederland rond 1920
 
  • socialisten
  • confessionelen

Slide 3 - Tekstslide

Van landbouwsamenleving...
... naar een industriële samenleving.

Slide 4 - Tekstslide

Welke klasse is er ontstaan in de overgang van een landbouwsamenleving naar een industriële samenleving?

Slide 5 - Open vraag

Tijdens een staking van bouwvakkers lossen werkgevers zelf stenen van een vrachtschip op een kar (Haarlem, 1920.)

Slide 6 - Tekstslide

De Industriële Revolutie

Slide 7 - Tekstslide

1858:
Aantal fabrieken met stoommachines
1890:
Aantal fabrieken met stoommachines

Slide 8 - Tekstslide

Let op: De weekinkomsten van een mannelijke arbeider
was ongeveer 900 cent (9 gulden = 4,08 euro)

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit waarom België eerder industrialiseerde dan NL

Slide 10 - Open vraag

§2.2
Arbeiders eisen meer rechten
BASIS
A
Samen sterk
Leerdoel:
  • Je kunt uitleggen waarom arbeiders weinig macht hadden en hoe zij toch hun positie probeerden te verbeteren.
1860: Alleen rijke mannen die een bepaalde hoeveelheid belasting betaalden en zij mochten stemmen.

Mannelijke arbeiders en vrouwen dus niet!

Begrippen:
  • liberalen
  • vakbonden
  • algemeen kiesrecht
 
  • socialisten
  • confessionelen

Slide 11 - Tekstslide

§2.2
Arbeiders eisen meer rechten
BASIS
A
Samen sterk
1860:

Parlement zijn liberalen: zoveel mogelijk vrijheid voor burgers en bedrijven. 
  • Niet te veel wetten en regels rondom arbeidsomstandigheden


Slide 12 - Tekstslide

1

Slide 13 - Video

§2.2
Arbeiders eisen meer rechten
BASIS
A
Samen sterk
Arbeiders willen hun leefomstandigheden verbeteren:
  • minimum loon
  • 8-urige werkdag

  • Oprichting vakbonden: organiseren demonstraties en stakingen.

  • Elke beroepsgroep eigen vakbond, rond 1900 gaan deze vakbonden samenwerken

  • Probleem: het lukt vakbonden niet om de problemen op te lossen.

  • Wat lost de problemen dan wel op?
    Algemeen kiesrecht!

Slide 14 - Tekstslide

§2.2
Arbeiders eisen meer rechten
BASIS
A
Samen sterk
Algemeen kiesrecht
Arbeiders stemmen op mensen die arbeiders willen helpen
Deze mensen kunnen in het parlement komen
Nieuwe wetten om arbeiders te beschermen

Slide 15 - Tekstslide

§2.2
Arbeiders eisen meer rechten
BASIS
A
Samen sterk
Maar op wie moeten ze dan stemmen? 

  • Socialisten: Overheid moet regels maken om geld en bezit eerlijker te verdelen. 

  • Confessionelen: katholieken en protestanten. 
Wilden het leven van arbeiders verbeteren en voorkomen dat ze op socialisten zouden stemmen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

§2.2
Liberalisme, socialisme en confessionalisme
Opdracht
Begrippen:
  • Socialisme - socialist
  • Liberalisme - liberalist 
  • Confessionalisme - confessionalist
timer
15:00
Liberalisme
Socialisme
Confessionalisme
Aanhangers
Overheid bemoeienis?
Belangen / doel
Politieke partij + partijleider

Slide 18 - Tekstslide

Liberalen
Socialisten
Confessionelen
Doel: algemeen kiesrecht
Katholieken
Protestanten
Arbeiders
Niet bemoeien met bedrijven
Gelovigen

Slide 19 - Sleepvraag

§2.2
Arbeiders eisen meer rechten
BASIS
B
Nieuwe wetten
Leerdoel:
  • Je kunt uitleggen door welke nieuwe wetten de situatie van de arbeiders eind 19e eeuw sterk verbeterde.
Liberalen zien noodzaak om omstandigheden arbeiders te veranderen:
  • Arbeiders lukten het niet zelf om verandering in te zetten
  • Bang voor rellen of grote opstanden
  • Bang voor macht arbeiders (vakbonden, politieke partijen)

Slide 20 - Tekstslide

§2.2
Arbeiders eisen meer rechten
BASIS
B
Nieuwe wetten
1874: Kinderwetje van Van Houten: kinderen onder 12 jaar mogen niet in een fabriek werken

1889: Arbeidswet: verbod op lange dagen, gevaarlijk werk, nachtwerk voor vrouwen en kinderen 

1901: Leerplichtwet: Kinderen moeten van 6 tot 12 jaar naar school

1919: Nieuwe arbeidswet: maximaal 8 uur per dag, 45 uur per week

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

§2.2
Arbeiders eisen meer rechten
BASIS
B
Nieuwe wetten
Arbeiders wilden nog één ding: algemeen kiesrecht.

1917: Mannen vanaf 25 jaar mogen stemmen
1919: Vrouwen vanaf 25 jaar mogen stemmen

Slide 23 - Tekstslide

§2.2
Arbeiders eisen meer rechten
BASIS
C
Een modern land
Leerdoel:
  • Je kunt een aantal kenmerken noemen van het moderne Nederland rond 1920
Economische groei:
  • Nieuwe uitvindingen op gebied van elektronica, bewerking van olie en chemische stoffen ➜ nieuwe bedrijven die auto's, gloeilampen, radio's, benzine en kunstmest maken
  • Vanaf 1920: grote groei haven Rotterdam ➜ Doorvoerhaven naar Duitse Ruhrgebied

Slide 24 - Tekstslide

§2.2
Arbeiders eisen meer rechten
BASIS
C
Een modern land
Bevolking, transport en communicatie:
  • Door betere voeding, hygiene en ziekenzorg stijgt bevolking tot 8 miljoen in 1930
  • Aantal mensen in de industrie groeit door, net als verstedelijking
  • 1890: groot netwerk aan spoorwegen en kanalen
  • 1900: eerste auto's
  • 1910: aanleg eerste riolering in Amsterdam
  • 1920: veel mensen een radio in huis
  • 1924: eerste vliegtuig naar Nederlands-Indië

Crisis en oorlog:
  • 1929: internationale crisis
  • Handel nam enorm af
  • 1940: Tweede Wereldoorlog

Slide 25 - Tekstslide