Leesvaardigheid HAVO 5_leesstrategieën

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

timer
1:00
Welke strategieën ken je?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 4 - Tekstslide

timer
1:00
Hoe werkt taal leren?/
Wat is belangrijk als je wilt/moet lezen?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

timer
1:00
Welke stappen onderneem je
voor het lezen van een
examentekst?

Slide 7 - Woordweb

Stappenplan vóór en bij het lezen
Bekijk:
  • de titel, ondertitel en eventuele tussenkopjes
  • aanvullende foto’s, onderschriften, illustraties, grafieken en tekeningen
  • de bronvermelding
  • opvallende leestekens (●, ►, <, > , nummering enz.) 
  • vetgedrukte of schuingedrukte woorden of tekststukken
  • citaten
  • voetnoten

Slide 8 - Tekstslide

timer
1:00
Welke soorten vragen komen
vaak in examenteksten
voor?

Slide 9 - Woordweb

Vraagsoorten
  1. Formuleringsvraag: in dit type vraag moet je de impliciete of expliciete betekenis van een tekstgedeelte opsporen. “Wat betekent dat hier?” of “Waar gaat het hier precies om?”, door goed de vraag en de passage erbij te lezen, de betekenis in je hoofd te verwoorden en zo beknopt en precies mogelijk weer te geven wat je uit de tekst kunt halen.






Slide 10 - Tekstslide

Vraagsoorten

2. Samenvattingsvraag: een samenvattingsvraag verlangt van je om de belangrijkste informatie uit het betreffende tekstdeel te halen en (in eigen woorden) te kunnen omschrijven. Dit omschrijven is met name bij open vragen van belang. Zorg dat je bij de beantwoording beperkt tot de aangegeven alinea’s of regels.

Slide 11 - Tekstslide

Vraagsoorten
3. Kernvraag: hier wordt gevraagd naar de hoofdgedachte of de kern van een tekst(deel).”Wat is de kern van dit artikel?” of “Welk doel had de auteur bij het schrijven van deze tekst?” Als dit de enige vraag is bij de tekst moet je skimmen*; als er meerdere vragen bij de tekst staan, moet je nauwkeuriger lezen en citaten, voorbeelden e.d. wegstrepen, totdat je echt de kern te pakken hebt. Geef dan zo beknopt en precies mogelijk die kern weer.

Slide 12 - Tekstslide

Vraagsoorten
4. Functievraag: in dit type vraag wordt gevraagd verbanden weer te geven tussen gedeeltes van de tekst, zoals: “Hoe verhoudt deze alinea zich tot de vorige?’ of “Waar dient deze alinea voor?” Hier gaat het om oorzaak, gevolg, een illustratie, een tegenstelling, een versterking, enz.. Vaak komen bij deze vragen als antwoordopties signaalwoorden of kernwoorden (zie overzicht Kernwoorden vraagstelling Centraal Examen) voor.

Slide 13 - Tekstslide

Vraagsoorten
5. Conclusievraag: bij conclusievragen moet jij zelf een conclusie trekken uit de passage waar de vraag naar verwijst. Dit vereist nauwkeurig lezen, zonder je eigen interpretatie. Gebruik dus alleen de context en je (voor)kennis.

Slide 14 - Tekstslide

Vraagsoorten
6. Beoordelingsvraag: bij dit type vragen vraagt men naar de toon van een tekstdeel. “Wat is de toon van dit artikel?””Hoe denkt de auteur over deze kwestie?” e.d. Hierbij moet je de vraag lezen, de passage waarover de vraag gaat, vaststellen wat die passage in het Nederlands precies betekent en of de toon bijv. ironisch, enthousiast, onverschillig, neutraal is.

Slide 15 - Tekstslide

Vraagsoorten
7. Verwijsvraag: “Waarnaar verwijst … in deze zin?”of “Waar heeft het woord … betrekking op? Hiervoor moet je teruglezen in het voorgaande tekstdeel en moet je een woord kunnen vervangen door het verwijswoord uit de vraag.

Slide 16 - Tekstslide

Vraagsoorten
8. Invulvraag: invulvragen komen bij gatenteksten voor of heeft tot doel jou een ontbrekend woord te laten vinden dat in de tekst had kunnen staan. “Welk woord past het beste op deze plaats?’ of “Met welk woord had deze zin kunnen beginnen?’ In dit geval moet je altijd het deel voor en na het in te vullen woord goed begrijpen, goed bepalen wat voor functie dit woord heeft en tot welke woordsoort het behoort. Dan bepaal je wat het verband is tussen het deel voor en na het in te vullen woord. Vervolgens bedenk je voor jezelf in je hoofd het woord dat zou passen en kijk je daarna pas uit welke woorden je kunt kiezen.

Slide 17 - Tekstslide

timer
5:00
Zoek nu formuleringen bij
de vraagsoorten?

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Tip's
  • Bekijk  uitlegfilmpjes op YouTube. Haal eruit  wat VOOR JOU belangrijk is. 
  • Meld je aan bij www.examenflow.nl om te oefenen met specifieke vraagsoorten.

Slide 26 - Tekstslide

Welke functie heeft: "zudem"?
A
reden
B
tegenstelling
C
opsomming
D
uitbreiding

Slide 27 - Quizvraag

Welke functie heeft: "stattdessen"?
A
reden
B
tegenstelling
C
opsomming
D
uitbreiding

Slide 28 - Quizvraag

Welke functie heeft: "indem"
A
reden
B
tegenstelling
C
opsomming
D
uitbreiding

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de vertaling van : "immerhin"?
A
in elk geval
B
in plaats daarvan
C
daar komt bij
D
in ieder geval

Slide 30 - Quizvraag

Tip
  • Ga voor jezelf ook dit soort quizvragen bedenken, óf op kaartjes, óf met quizlet om te oefenen.
  • Oefen met quizalize: ga naar: zzi.sh, code: zzi.sh:  cpv3286

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht - examen 2018
Tekst 4. Yes, we speak Deutsch?
1. Welke vraagsoorten zie je?
2. Schrijf op waaraan je dit herkent.
3. Schrijf op welke strategie je gaat toepassen.
4. Schrijf eventueel op naar welk soort signaalwoorden je op zoek moet gaan.

Slide 32 - Tekstslide

De presentatie heeft mij geholpen
A
ja
B
nee
C
weet ik nog niet
D
anders ...

Slide 33 - Quizvraag

Eigen toelichtingen (wensen, wat wil je oefenen, hoe wil je oefenen, wat vind je moeilijk)

Slide 34 - Open vraag

Hoe verder?
  • Oefen volgens dit principe met andere teksten
  • Oefen in je eigen tempo
  • Reflecteer op wat goed gaat en wat niet goed gaat
  • Stel jezelf haalbare doelen en werk hieraan

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Het hele examen
Oefen stap voor stap het hele examen:
Examen 2015 HAVO 1e tijdvak

Slide 38 - Tekstslide

Viel
Erfolg!

Slide 39 - Tekstslide