Hoofdstuk 6.1

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 6.1

Wat gaan we doen vandaag?

Starten nieuwe hoofdstuk (6)

zuren en basen

6.1 behandelen 

Aan het einde van de les kun je

Uitleggen wat de pH waarde van een stof is

Aangeven wanneer een stof zuur/basisch is

Weet je wat een indicator is en hoe ze aangeven of een oplossing zuur/basisch is. 

Dit is de pH schaal, pH = zuurtegraad

Dit is de pH schaal, pH = zuurtegraad

Zuren                                   neutraal                           Basen

Dit is de pH schaal, pH = zuurtegraad

Zuren                                                           Basen

Hoe lager de waarde hoe zuurder de oplossing is. (vaak dan ook meer bijtend, slecht voor bv je tanden etc.)

Hoe hoger de waarde hoe basischer de oplossing. (dan ook meer bijtend, veel schoonmaakmiddelen zijn basich)

7 = neutraal

7 = neutraal

water/melk = nagenoeg neutraal 

bloed = 7,4

voorbeelden van zuren en basen 

Hoe weet je of iets zuur/basisch is?

Hoe weet je of iets zuur/basisch is?

Gebruik maken van een pH-indicator

Kan papier zijn (lakmoes papier)

Hoe weet je of iets zuur/basisch is?

Gebruik maken van een pH-indicator

Kan papier zijn (lakmoes papier)

Kan ook een vloeistof zijn (rode koolsap bijvoorbeeld)

indicatoren

Kleuren staan in tabel 52A

Omslagtraject is dan een mengsel tussen de twee kleuren 

Geef aan welke kleur je verwacht als je de volgende indicatoren toevoegt aan een oplossing met de pH waarde van 4,0 

1. kristalviolet

2. fenolrood

3. methylrood

4. broomkresolgroen

Weektaak

Volledige voorkennis H6

+ 

8, 10, 13

herinnering: donderdag oefentoets H5 

Klaar met je formatieve toets?

Kiezen 3  opdrachten uit de voorkennis H6

+

8, 10, 13

Straks zelfstandig je toets nakijken antwoorden komen op het bord