Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) Inleiding

Inleidng: Voor- en vroegschoolse educatie (VVE)
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Inleidng: Voor- en vroegschoolse educatie (VVE)

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij al over V(V)E?

Slide 2 - Open vraag

Onderwerpen
1. Wat en waarom van VVE (VE)
2. Doelgroep en gewicht regeling
5. VVE-actueel
6. VVE Programma's (VVE-methodieken)
7. Interactievaardigheden & VVE

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  1. kun je uitleggen wat VVE is (ontstaan en doel);
  2. weet je het verschil tussen VVE en VE;
  3. weet je welke VVE-programma's er zijn voor welke doelgroep.
  4. kun je opnoemen welke 4 uitgangspunten een integraal VVE-programma bevat. 

Slide 4 - Tekstslide

Waar denk je
aan als we het hebben
over VVE ?

Slide 5 - Woordweb

V(V)E
Voor kinderen tussen de twee en een half tot vier jaar worden de VVE-programma’s aangeboden op de dagopvang of peuteropvang (voorschoolse educatie). Voor kinderen vanaf vier jaar worden de programma’s aangeboden in groep 1 en groep 2 van de basisschool (vroegschoolse educatie). In de kinderopvang spreken we daarom meestal over VE in plaats van VVE. Door de extra ondersteuning nemen (taal)achterstanden af en maken kinderen een betere start op de basisschool.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe geef je ontwikkelingsgericht onderwijs aan jonge kinderen? ... van manipulerend spel via rollenspel en constructiespel naar de bewuste leeractiviteit.

Slide 7 - Open vraag

van manipulerend spel via rollenspel en constructiespel naar de bewuste leeractiviteit.

Slide 8 - Tekstslide

Ontwikkelingsgebieden
Taalstimulering / Rekenontwikkeling / Sociaal emotionele ontwikkeling / Motorische ontwikkeling
VVE gaat ook over:
Ouderbetrokkenheid
Groepsmanagement
Spelbegeleiding

Slide 9 - Tekstslide

Voor wie is V(V)E
In de wet is vastgelegd dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor voorschoolse educatie. 
De gemeente bepaalt welke kinderen in aanmerking komen voor VVE. 
Over het algemeen wordt op het consultatiebureau bekeken of een peuter extra ondersteuning nodig heeft (indiceren). Het kan per gemeente verschillen welke kinderen gebruik mogen maken van voorschoolse educatie.

Slide 10 - Tekstslide

Is er een verschil tussen VE en VVE?
Ja
Nee
Weet niet

Slide 11 - Poll

VE & VE
  • Voorschoolse educatie is voor doelgroeppeuters op kinderdagverblijven; 
  • Vroegschoolse educatie is bedoeld voor doelgroepkleuters uit groep 1 en 2.

Slide 12 - Tekstslide

Ja, wij zijn een VVE-locatie
Ja
Nee
Nee, maar wij doen wel veel aan ontwikkelings-stimulering
Geen idee

Slide 13 - Poll

Welke VVE-Programma's
ken je ?

Slide 14 - Woordweb

Wat kunnen ouders
zelf doen t.o.v. VVE?

Slide 15 - Woordweb

Bestuursafspraken 
Op 12 maart 2012 heeft de minister afspraken gemaakt over de kwaliteitsimpuls "VVE", schakelklassen en zomerscholen.
Denk daarbij aan: 
1. aanbod van VVE- programma's
2. HBO'er op de groep (coach op de groep, leidende rol)

Slide 16 - Tekstslide

Vervolg afspraken
3. Ouderbetrokkenheid
4. Resultaatafspraken i.s.m het basisonderwijs
5. 3F taal
6. Opbrengstgericht werken
7. Doorgaande lijn

Slide 17 - Tekstslide

0

Slide 18 - Video

Verkennen​

  • Observeer eerst goed waar de kinderen mee ​bezig zijn in hun spel voordat je gaat meespelen. ( je observeert en doet nog niets)

Slide 19 - Tekstslide

Verbinden ​
Verbinden vanuit je spel: ​
  • Ga mee in het spel van de kinderen: stap in ​de doen-alsofwereld. ​
  • Betrek kinderen op elkaar. ​(je wordt een speelmaatje in hun spel)

Verbinden met je taal: ​
  • Schep ruimte voor eigen bijdragen van kinderen en ga daarin mee. ​


Slide 20 - Tekstslide

Verrijken
 Verrijken vanuit je spel: ​
  • Verdiep het spel en breid het uit. ​

Verrijken met je taal: ​
  • Gebruik een probleem of creëer een probleem. ​
  • Benut kansen in het doen-alsof-spel om kinderen tot (complexe) denktaal uit te dagen.​

Slide 21 - Tekstslide

Spel stimuleren: Verkennen, Verbinden en Verrijken
Tijdens het meespelen kun je het spel ondersteunen, stimuleren, de kinderen met elkaar verbinden en woorden geven aan wat de kinderen doen. ​

De didactiek van de 3 V’s, Verkennen, Verbinden, Verrijken, is een goede aanpak om het spel te ondersteunen en stimuleren. ​

Wanneer je het spel wilt stimuleren en verrijken, kijk je goed in welke speelwereld het kind zit en bied je materialen en spel aan dat aansluit bij de speelwereld. Op die manier bied je verrijking in de zone van naaste ontwikkeling.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Dit was 2015. Is VVE inmiddels succesvol en de investering van de overheid waard?
Ja
Nee
Hangt er van af
Weet niet

Slide 24 - Poll

Ontwikkeling bevorderen
Om de ontwikkeling van de kinderen te bevorderen is het ook belangrijk dat jullie:
  • Kansen zien
  • Kansen creëren
  • kansen grijpen

Slide 25 - Tekstslide

Integraal VVE-programma
De onafhankelijke Erkenningscommissie Interventies van het NJi erkent acht integrale VVE-programma’s die alle vier de ontwikkelgebieden aan bod laten komen, namelijk:
  1. Ben ik in beeld?;
  2. Peuterplein en Kleuterplein;
  3. Piramide;
  4. Speelplezier;
  5. Sporen;
  6. Startblokken en Basisontwikkeling;
  7. Uk & Puk. 

Slide 26 - Tekstslide

Kansen grijpen en creëren
Kansen grijpen is een attitude van de pedagogisch professional waarbij zij zich ervan bewust is dat elke activiteit, elk moment van de dag en elke gewone gebeurtenis op de groep kansen biedt voor ontwikkelingsstimulering. Kansen creëren gaat om een doelgericht activiteiten aanbod, waarbij van tevoren duidelijk is welke doelen kinderen kunnen realiseren als ze meedoen aan een bepaalde activiteit.

Slide 27 - Tekstslide

Interactievaardigheden en VVE

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

in groepje?

Slide 30 - Tekstslide

Woorden die je begrijpt, maar nog niet zelf gebruikt.
A
Je onzekere woordenschat
B
Passieve woordenschat
C
Receptieve woordenschat
D
Actieve woordenschat

Slide 31 - Quizvraag

Tussen de 6 wk en 4 maanden gaat de baby vocaliseren, wat is dat?

Slide 32 - Open vraag

Het vocaliseren ontstaat na 6 tot 8 weken. De baby begint spontaan of als reactie op het toespreken van een volwassene klinkerachtige geluidjes te maken. Deze geluidjes worden tot ongeveer 13 weken gecombineeerd met keelmedeklinkers (k, g, ng).

Slide 33 - Tekstslide

klinkers en medeklinkers
Klinkers:  a, e, i, o, en u zijn klinkers.
 Medeklinkers:  b, c, d, f, g, h, j, k, l, m, n, p, q, r, s, t, v, w, x, y en z


Slide 34 - Tekstslide

Een kind gebruikt de woorden; poes, mama, aap. Dit zijn woorden die horen bij...
A
Passieve woordenschat
B
Denkbeeldige woordenschat
C
Actieve woordenschat
D
Taalgebruik van het kind

Slide 35 - Quizvraag

Basale interactievaardigheden
Educatieve interactievaardigheden
Structureren en grenzen stellen
Respect voor de autonomie
Ontwikkelings-stimulering
Praten en uitleggen
Sensitieve responsiviteit
Begeleiden van interacties

Slide 36 - Sleepvraag

Slide 37 - Video

Welk begrip duidt aan dat je bezig bent om kinderen verder te helpen in hun ontwikkeling?
A
pedagogisch handelen
B
sensitief responsief
C
ontwikkelingsstimulering
D
kindvolgsysteem

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Video

De 'verteltafel' is een kenmerk van:
A
Uk en Puk
B
Piramide
C
Startblokken
D
Kaleidoscoop

Slide 40 - Quizvraag

Koppel de omschrijving aan het woord
timer
1:00
Verkennen
Verbinden
Verrijken
Meegaan in de interesse van het kind
Ontwikkeling stimuleren
Kijken wat het kind interessant vindt

Slide 41 - Sleepvraag

Voor welke leeftijd is VVE?
A
0-7
B
2-10
C
0-12
D
5-12

Slide 42 - Quizvraag

Het doel van Uk & Puk is?
A
Achterstanden te voorkomen
B
Onderwijsachterstand te voorkomen
C
Onderwijsachterstand vergroten
D
Achterstanden te stimuleren

Slide 43 - Quizvraag

Sporen is een programma voor voorschoolse en vroegschoolse educatie (VVE) voor peuters en kleuters met een taalachterstand.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 44 - Quizvraag

De VVE-methodiek 'Sporen'
is geïnspireerd door de pedagogische filosofie van:
A
Maria Montessori
B
Rudolf Steiner
C
Reggio Emilia
D
Célestin Freinet

Slide 45 - Quizvraag

Welke VVE-programma stopt?
A
Peuterplein
B
Startblokken
C
Kaleidescoop
D
Piramide

Slide 46 - Quizvraag

Een VVE-programma moet ontwikkeling van kinderen stimuleren op het gebied van:

A
Taal, schrijven, mediawijsheid en sociaal-emotionele ontwikkeling
B
Taal, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling, motoriek
C
Taal, 21e-eeuwse vaardigheden, persoonlijkheidsontwikkeling, motoriek
D
Taal, 21e-eeuwse vaardigheden, sociaal-emotionele ontwikkeling, rekenen

Slide 47 - Quizvraag

VVE-programma’s die zich slechts op één ontwikkelgebied richten, bijvoorbeeld het programma Taallijn (taalachterstand) en de VoorleesExpress (stimuleren van thuis voorlezen) zijn GEEN integraal VVE-programma, maar een aanvulling.
A
Deze uitspraak klopt
B
Deze uitspraak klopt niet

Slide 48 - Quizvraag

Voorschoolse educatie is voor doelgroep........................ Vroegschoolse educatie is bedoeld voor doelgroep ........................
A
1e stippellijn = peuters 2e stippellijn = groep 1 en 2
B
1e stippellijn = peuters 2e stippellijn = groep 1 t/m 8
C
1e stippellijn = dreumes + peuters 2e stippellijn = kleuters
D
1e stippellijn = baby's + peuters 2e stippellijn = groep 1 + 2

Slide 49 - Quizvraag