Schrijf in steekwoorden op wat je allemaal hebt gedaan in de vakantie.
timer
4:00
Slide 2 - Tekstslide
Schrijf in steekwoorden op wat je nog graag had willen doen in de vakantie.
timer
4:00
Slide 3 - Tekstslide
Kies één van de activiteiten uit de steekwoorden bij vraag 1 en 2.
Noteer in korte antwoorden op de volgende vragen:
Slide 4 - Tekstslide
Waar ben je?
Slide 5 - Tekstslide
Wat zie je?
Slide 6 - Tekstslide
Wat hoor je?
Slide 7 - Tekstslide
Wat ruik je?
Slide 8 - Tekstslide
Wat voel je?
Slide 9 - Tekstslide
Wat denk je?
Slide 10 - Tekstslide
Schrijf nu een verzonnen verhaal over je vakantie. Gebruik hiervoor de antwoorden die je gegeven hebt bij de voorgaande vragen.
Slide 11 - Tekstslide
Alles mag, maar je verhaal wordt beter als je niet telkens 'en toen, en toen, en toen....' gebruikt. Probeer ook te voorkomen dat je verhaal slechts bestaat uit antwoorden op je vragen.
Slide 12 - Tekstslide
Voorbeeld
Niet:
Ik zie Taylor Swift dansen en ik hoor haar muziek. Ik hoor geschreeuw en gejuich. Ik voel me fantastisch.
Slide 13 - Tekstslide
Voorbeeld
Wel:
Het oorverdovende geschreeuw in de zaal zwelt aan als Taylor
'I knew you were trouble' inzet. De bastoon van de muziek bromt in mijn buik en ik knap bijna uit elkaar van geluk.