1E Hoofdletters en leestekens

Hoofdletters en punten
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Hoofdletters en punten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Lesdoelen


Aan het einde van de les weet ik wanneer ik hoofdletters moet gebruiken.

Aan het einde van de les weet ik wanneer in punten moet gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Waarom?


- Hoofdletters en punten maken een tekst duidelijker.

- Hoofdletters en punten maken een tekst beter te lezen.

- Door hoofdletters en punten kun je de tekst beter begrijpen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoofdletters en punten

Elke zin:
-Begint met een hoofdletter
- Eindigt met:
   een punt (gewone zin)
   
een vraagteken (vraagzin)
   
een uitroepteken (roepzin)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoofdletter aan het begin van de zin

Aan het
begin van een zin:
 - Je begint een zin met een hoofdletter.

Als de zin met een afgekort woord begint, verschuift de hoofdletter naar het tweede woord:
- 's Ochtends sta ik vroeg op.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoofdletter aan het begin van de zin

Uitzondering:
Als de zin met een cijfer of symbool begint, schrijf je geen hoofdletter aan het begin van de zin.
- €15 betaalde hij voor het boek.
- 86 jaar geleden werd mijn opa geboren.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoofdletter bij namen
Je schrijft een hoofdletter bij voor- en achternamen en voorletters:
- Sophie Jansen
Organisaties, merken en producten krijgen een hoofdletter.
- Apple en Samsung
Je schrijft een hoofdletter bij namen van landen en steden.
- Brussel, Amerika, Gerhagenstraat
13.25 - 13.40 Instructie


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletter bij gebeurtenissen en feestdagen
Gebeurtenissen en feestdagen schrijf je met een hoofdletter.
- Tweede Wereldoorlog
- Vaderdag
- Kerstmis

13.25 - 13.40 Instructie


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Géén hoofdletter
Bij een windstreek gebruik je geen hoofdletter.
- Er komt vandaag een noordelijke wind.

Seizoenen, maanden en dagen krijgen geen hoofdletter.
- zaterdag
- januari
13.25 - 13.40 Instructie


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Ik gebruik een hoofdletter......
A
aan het einde van de zin
B
bij voornamen en achternamen
C
voor Opa en Oma
D
wanneer ik daar zin in heb

Slide 10 - Quizvraag

Antwoord B: bij voornamen en achternamen
Waar staan de hoofdletters goed?
A
mevrouw Van Beek
B
mevrouw van beek
C
mevrouw van Beek

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wel of geen hoofdletter?
A
Leeuwarden
B
leeuwarden

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke zin staan de hoofdletters goed?
A
Pieter en dirk spelen met de step.
B
Spelen Pieter en Dirk samen met de fiets?
C
De Juf tekent een vogel op het bord.
D
de Juf helpt Pieter met zijn sommen.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Punt, vraagteken of uitroepteken
Je zet aan het einde van elke gewone zin een punt. 
- Vandaag is het maandag
.
Je zet aan het einde van elke vraagzin een vraagteken.
- Welk cijfer heb ik voor de toets
?
Je zet aan het einde van elke roepzin een uitroepteken.
- Hij is geslaagd
!
13.25 - 13.40 Instructie


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Lesdoelen


Aan het einde van de les weet ik wanneer ik hoofdletters moet gebruiken.

Aan het einde van de les weet ik wanneer in punten moet gebruiken.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies