Toen en nu > instructie groep 4

Dit ga je vandaag leren
  • Je leert over de tijd van vroeger en nu
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Dit ga je vandaag leren
  • Je leert over de tijd van vroeger en nu

Slide 1 - Tekstslide

Tijdbalk

Slide 2 - Tekstslide

Tijdbalk

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Toen en nu

Slide 16 - Tekstslide

Wat zie je op de plaat? 

Slide 17 - Tekstslide

De trein
Jip gaat een dagje naar zijn oma.
Oma wacht op het perron.
Boven het perron hangt een klok. 
Er hangt een bord naast. 
Daar staat hoe laat de trein vertrekt en waar de trein heen gaat. 
Dat is allemaal nieuw. 
De trein is ook nieuw. 

Slide 18 - Tekstslide

De ijzeren kap over het station is nog net als vroeger. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

de diligence
Een diligence is een goed geveerde postkoets voor personenvervoer.
Tot de 20e eeuw waren wegen over het algemeen niet meer dan karrensporen. Verharde wegen (straatwegen of steenwegen) waren een uitzondering. Wielbanden waren van hout of van staal, de rubberband werd pas in 1841 uitgevonden.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Het park
In de stad is een park met heel grote bomen.
De bomen zijn oud, nog ouders dan oma. 

Slide 25 - Tekstslide

Toen oma's moeder klein was, ging ze elke zondag wandelen in het park.
Het was er druk, net als nu.
Het park was pas aangelegd.
De bomen waren toen nog klein. 
Oma's moeder droeg een strik in haar haar.
Haar broer had een matrozenpakje aan.
Oma wandelde vroeger ook in het park.
En nu wandelt ze er met Jip. 

Slide 26 - Tekstslide

Het weeshuis
Een terras op een plein.
Dat was er vroeger niet.
Het huis was vroeger een weeshuis.
Op het plein kon je spelen. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

De gracht
Een huis aan het water.
Aan een gracht.
Met een bootje voor de lol.
Of een boot als huis. 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

De brug
Een brug van steen.
De brug kan open in het midden.
Dat staat het verkeer stil. 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Hoort het bij vroeger of nu?
A
vroeger
B
nu

Slide 41 - Quizvraag

Hoort het bij vroeger of nu?
A
vroeger
B
nu

Slide 42 - Quizvraag

Hoort het bij vroeger of nu?
A
vroeger
B
nu

Slide 43 - Quizvraag

Hoort het bij vroeger of nu?
A
vroeger
B
nu

Slide 44 - Quizvraag

Hoort het bij vroeger of nu?
A
vroeger
B
nu

Slide 45 - Quizvraag

Hoort het bij vroeger of nu?
A
vroeger
B
nu

Slide 46 - Quizvraag

Wat hoort waar? Sleep de foto's naar de juiste plek. 

Slide 47 - Sleepvraag

historischtijdsbesef

Slide 48 - Tekstslide