Tekstsoorten 13-02-2024

Nederlands: tekstsoorten 
Bouwstenen - 2F
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Nederlands: tekstsoorten 
Bouwstenen - 2F

Slide 1 - Tekstslide

Tekstsoorten: begrippen
  • Begrippen: belangrijke woorden uit de theorie
  • Les: bouwsteen tekstsoorten (tekstsoort, tekstdoel, leesstrategie)

Slide 2 - Tekstslide

Naar welke tekst heb je vandaag voor het laatst geluisterd?

Slide 3 - Woordweb

Waarom heb je naar die tekst geluisterd?
Ik had informatie nodig over een onderwerp.
Ik wilde weten hoe ik iets moest doen/maken.
Ik deed het voor mijn plezier.
Ik voelde me aangesproken door een spreker.
Een ander antwoord

Slide 4 - Poll

Ik bekeek vanochtend mijn rooster.
A
instructieve tekst
B
overtuigende tekst
C
amuserende tekst
D
informatieve tekst

Slide 5 - Quizvraag

Tekstsoorten
  • Informatieve teksten
  • Betogende of overtuigende teksten
  • Instruerende of instructieve teksten (instructie)
  • Amuserende of vermakende teksten



Slide 6 - Tekstslide

Informatieve tekst
  • Neutraal geschreven
  • Geeft informatie
  • Feiten en onderzoek
  • Tekstdoel: informeren

Slide 7 - Tekstslide

Instructieve tekst
  • Uitleg hoe je iets (goed) moet doen
  • Recepten, handleidingen
  • Tekstdoel: instrueren

Slide 8 - Tekstslide

Betogende tekst
  • Geeft een mening
  • Onderbouwing met argumenten
  • Reclameteksten, opiniestukken, recensies
  • Tekstdoel: overtuigen

Slide 9 - Tekstslide

Amuserende tekst
  • Voor ontspanning
  • Strips, romans, verhalen, gedichten
  • Tekstdoel: amuseren

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Het filmpje is een
A
amuserende tekst
B
overtuigende tekst
C
instruerende tekst
D
informerende tekst

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Waarom is dit filmpje gemaakt?
A
om te informeren.
B
om een instructie te geven.
C
om te overtuigen/over te halen.
D
om te amuseren.

Slide 14 - Quizvraag

Tekstdoelen
  • Informeren -- informatieve tekst
  • Overtuigen -- betogende tekst
  • Instrueren -- instructieve tekst
  • Amuseren -- amuserende tekst

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Welke zinnen passen bij het filmpje.
A
Dit filmpje helpt mij bij het leren van de taal.
B
Dit filmpje is een instructie.
C
Er wordt uitgelegd hoe je betekenissen opzoekt.
D
Je leert hoe je een woordenboek kunt gebruiken.

Slide 17 - Quizvraag

Aan de slag met Taalblokken!
 Bouwstenen 2F - Hoofdstuk 1 



Slide 18 - Tekstslide