1c 3.3 Planten- sporenplanten en zaadplanten

Basisstof 3 - Planten
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 3 - Planten

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk controle!!!
Hoe is het huiswerk gemaakt?

Nog moeilijkheden?

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Lesdoelen
Even terugblikken
Uitleg basisstof 3
Aan de slag! 

In de agenda: SO donderdag 28 november T3, b 1 t/m 3


Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk
Klas 1C: Vrijdag 6 februari - 3e uur

So thema 3, basisstof 1 t/m 3.
timer
2:00

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk
Klas 1D: dinsdag 19 december 6e uur

Lezen va blz 171
Maken 1 t/m 9
timer
2:00

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  •   Eén verschil benoemen tussen zaadplanten en sporenplanten.
  • Benoemen hoe een sporendoosje eruit ziet en welk soort plant deze gebruikt om voort te planten.

Slide 6 - Tekstslide

Even herhalen vorige les!

Wat hebben alle gewervelden dieren gemeen?

Slide 7 - Tekstslide

Symmetrie
tweezijdige-veelzijdig-niet symmetrisch

Skelet
uitwendig-inwendig-geen skelet

Slide 8 - Tekstslide

Gewervelde
Als we naar dieren kijken hebben sommige een inwendig skelet met een wervelkolom.

Inwendig betekend dat het skelet aan de binnenkant zit (onder de huid).

Een wervelkolom is opgebouwd uit wervels. 

We noemen dieren met een wervelkolom gewervelde.

Slide 9 - Tekstslide

De rijken

Slide 10 - Tekstslide

Planten
Rijk: planten.

cellen:
  • Celkern
  • Bladgroenkorrels
  • Celwand. 


Slide 11 - Tekstslide

Ordening
Planten deel je in twee groepen op basis van de manier van voortplanten

Twee groepen:
  • Zaadplanten
  • Sporenplanten

Slide 12 - Tekstslide

Sporenplanten
  • Hebben wortels, stengels en bladeren maar geen bloemen.

  • Planten zich (net zoals schimmels) voort doormiddel van sporen

  • We verdelen sporenplanten weer verder in mossen en varens

Slide 13 - Tekstslide

Zaadplanten
Hebben wortels, stengels, bladeren en bloemen.

Voortplanting vind plaats met zaden!

Slide 14 - Tekstslide

Voortplanting zaadplant
Zaadplanten hebben bloemen, waaruit vruchten met zaden ontstaan.
Uit een zaad kan weer een nieuwe plant groeien.

Slide 15 - Tekstslide

Sporen
Enkelvoud = Spore

<- Mos
Mosplantjes groeien erg dicht bij elkaar en hebben "sporendoosjes" op steeltjes.

Slide 16 - Tekstslide

Sporenhoopjes
Een varen is ook een sporenplant en is goed te herkennen aan de bladeren.

De sporen ontstaan in de sporenhoopjes aan de onderkant van de bladeren.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

overzicht

Slide 19 - Tekstslide

Spore
Sporenhoopje
Sporendoosje
Sporenplant
Zaadplant
Cel waaruit een nieuwe plant kan ontstaan
Aan de onderkant van het blad waarin bij varens sporen ontstaan
Op een steeltje waarin bij mossen sporen ontstaan
Een groep planten met bloemen
Een groep planten zonder bloemen

Slide 20 - Sleepvraag

Aan de slag! Thema 3.3
Wat?   Lezen va blz. 147 Maken: 1 t/m 6
 Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.
Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.
Tijd?  Tot 5 minuten voor het einde van de les.
Klaar? Kom een antwoordenboekje halen en controleer je werk
               



timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Zaadplant
Sporenplant

Slide 22 - Sleepvraag

Bij welke plant bevinden de sporen
zich in een sporendoosje?
A
Varen
B
Mos

Slide 23 - Quizvraag