Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
P11 - Les 8 - Proeftoets
De vagina is ............................
geslachtskenmerk
A
een primair
B
een secundair
C
geen
1 / 41
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Anatomie
MBO
Studiejaar 3
In deze les zitten
41 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
De vagina is ............................
geslachtskenmerk
A
een primair
B
een secundair
C
geen
Slide 1 - Quizvraag
Tepels zijn ............................
geslachtskenmerk
A
een primair
B
een secundair
C
geen
Slide 2 - Quizvraag
Waar bevindt zich het perineum?
A
Tussen de venusheuvel en de clitoris
B
Tussen de vulva en anus
C
Slijmvlies tussen de uterus en de ovaria
D
Tussen de grote schaamlippen
Slide 3 - Quizvraag
Waar vindt de rijping van eicellen plaats
A
in de baarmoeder
B
in de eierstokken
C
in de eileider
D
in de cervix
Slide 4 - Quizvraag
Welk hormoon produceert het "gele lichaam"?
A
oestrogeen
B
progesteron
C
testosteron
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de functie van de prostaat?
A
Produceren van zaadcellen
B
Produceren van hormonen
C
Vocht toevoegen aan de zaadcellen
D
Transporteren van zaadcellen
Slide 6 - Quizvraag
Waar komen de zaadleiders uit?
A
In de prostaat
B
In de urinebuis
C
In de zaadblaasjes
D
In de zwellichamen
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de functie van FSH
A
Aanmaken LH en FSH door hypofyse
B
Zorgen voor een ovulatie
C
Rijping van de eicellen
Slide 8 - Quizvraag
Wat doet oestrogeen niet?
A
Zorgen dat er geen andere eicellen rijpen
B
Bij voldoende oestrogeen ovulatie laten plaatsvinden
C
Baarmoederslijmvlies wordt dikker
D
Het gele lichaam in standhouden
Slide 9 - Quizvraag
Hoe wordt een eicel naar de uterus verplaatst?
A
eicel beweegt zichzelf voort
B
peristaltiek
C
trilhaarbeweging
D
peristaltiek en trilhaarbeweging
Slide 10 - Quizvraag
Hoelang blijft een eicel in leven na de eisprong?
A
maximaal 1 week
B
2 tot 3 dagen
C
9 tot 10 dagen
D
12 tot 24 uur
Slide 11 - Quizvraag
Bij de ovulatie
A
springt de eicel uit het follikel jasje
B
wordt het baarmoederslijmvlies afgebroken
C
verdwijnt het gele lichaam
D
nestelt het bevrucht eitje zich in
Slide 12 - Quizvraag
Wanneer is de ovulatie?
A
7 dagen na begin menstruatie
B
14 dagen na begin menstruatie
C
Na de eisprong
D
Voor de eisprong
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een zygote?
A
De eerste cel van het nieuwe organisme
B
stadium na embryo, twee maanden oud
C
16 tot 32 stamcellen
D
De bevruchte eicel die zich innestelt in de baarmoederwand
Slide 14 - Quizvraag
Een menstruatiecyclus duurt ongeveer 28 dagen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Waarmee start de menstruatiecyclus?
A
Ovulatie
B
Menstruatie
C
Eisprong
D
Gele lichaam
Slide 16 - Quizvraag
Vanaf welke dag tel je de zwangerschap?
A
14 dagen na de laatste menstruatie
B
1e dag van de laatste menstruatie
C
laatste dag van de laatste menstruatie
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde in de embryonale ontwikkeling?
A
zygote -> foetus -> embryo
B
zygote -> embryo -> foetus
C
foetus -> zygote -> embryo
D
Embryo -> zygote -> foetus
Slide 18 - Quizvraag
Welk hormoon is er alleen aanwezig in de urine van een zwangere vrouw?
A
LH
B
FSH
C
HCG
Slide 19 - Quizvraag
Wat gaat vanuit de foetus naar de moeder toe?
A
Koolstofdioxide
B
Zuurstof
C
Water
D
Voedingsstoffen
Slide 20 - Quizvraag
De embryo is de fase:
A
tot en met 8 weken
B
tot en met 12 weken
C
tot en met 14 weken
D
tot en met 10 weken
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de fase van de foetus
A
2-40 weken
B
4-40 weken
C
9-40 weken
D
12 - 40 weken
Slide 22 - Quizvraag
Multigravida betekent:
A
een vrouw die voor de eerste keer zwanger is
B
een vrouw die al vaker zwanger is geweest
C
een vrouw die nog nooit bevallen is
Slide 23 - Quizvraag
Hoeveel bloedvaten bevinden zich in de navelstreng?
A
2 aders, 2 slagaders
B
1 ader, 2 slagaders
C
2 aders, 1 slagader
D
1 slagader, 1 ader
Slide 24 - Quizvraag
Wat is de functie van de placenta?
A
Foetus beschermen tegen ziekteverwekkers
B
Foetus voorzien van kooldioxide
C
Aanmaken van bloed voor de foetus
Slide 25 - Quizvraag
Wat is de nageboorte?
A
Een miskraam
B
De placenta
C
De foetus
D
De embryo
Slide 26 - Quizvraag
Als een zwangerschap voldragen is dan noemen we dat
A
préterme
B
matuur
C
á terme
D
serotien
Slide 27 - Quizvraag
Wat is meconium
A
de eerste moedermelk
B
de nageboorte
C
"de knip" in het perineum
D
eerste ontlasting van de baby
Slide 28 - Quizvraag
Een ander woord voor baarmoederstand is fundus hoogte
A
Onjuist
B
Juist
Slide 29 - Quizvraag
Bij een placenta praevia is er sprake van:
A
Placenta ligt geheel of gedeeltelijk voor de baarmoedermond
B
Placenta ligt geheel voor de baarmoedermond
C
Placenta ligt gedeeltelijk voor de baarmoedermond
D
Placenta laat los
Slide 30 - Quizvraag
Welke klachten horen bij een mastitis?
A
Pijnlijke harde plek in borst, mogelijk koorts
B
Afwijkende lochia
C
Pijnlijke en gespannen borsten beiderzijds
Slide 31 - Quizvraag
Wat is endometritis?
A
Ontsteking van het baarmoederslijmvlies
B
Onsteking van de labia
C
Onsteking van de borsten
D
Ontsteking van de ruptuur
Slide 32 - Quizvraag
Misselijkheid
is
A
subjectief
B
objectief
Slide 33 - Quizvraag
Een kindje dat met 38 weken zwangerschap geboren wordt noemen we...
A
prematuur
B
dysmatuur
C
a terme
D
immatuur
Slide 34 - Quizvraag
Hyperemesis gravidarum is
A
Suikerziekte tijdens de zwangerschap
B
Ernstig zwangerschapsbraken in de eerste 3 maanden
C
Zwangerschaps-vergiftiging
D
Hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap
Slide 35 - Quizvraag
Wat is een episiotomie ?
A
een keizersnede
B
een navelstrenguitzakking
C
uitscheuren van de vagina
D
inknippen van de vagina
Slide 36 - Quizvraag
Bloedverlies na de bevalling noem je
A
Ruptuur
B
Lochia
C
Uterus
D
Fundus
Slide 37 - Quizvraag
Wat zijn symptomen van HELLP en pre-eclampsie?
A
Rugpijn, frequent urineren, verminderde eetlust, bloed in urine
B
Koorts, droge hoest, vermoeidheid, spierpijn
C
Buikpijn, diarree, bloedingen, duizeligheid
D
Hoofdpijn, tintelingen in de vingerband, oedeem in benen en/of gezicht, misselijkheid en braken
Slide 38 - Quizvraag
Een oorzaak voor asfyxie kan zijn
A
Fluxus post partum
B
Hyperemesis gravidarum
C
Afklemming navelstreng
Slide 39 - Quizvraag
Waar spreekt men over wanneer een foetus achterloopt op de verwachte groei?
A
Positieve discongruentie
B
Negatieve discongruentie
C
Prematuur
Slide 40 - Quizvraag
Slide 41 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
oefenvragen 2021
Juni 2021
- Les met
43 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
14.5 Hormonen + herh. 4.3
Mei 2023
- Les met
49 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
2B Th5 B6 Zwanger geboorte - oefenvragen
April 2019
- Les met
32 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
D-toets H4.1 + 4.2
November 2023
- Les met
19 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4.1 Van eicel tot baby ll
November 2023
- Les met
35 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
OEFENTOETS THEMA 4 VOORTPLANTING EN ONTWIKKELING
2 dagen geleden
- Les met
30 slides
Mens & Natuur
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
4.1 Nieuw leven
Mei 2023
- Les met
31 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
K12 van ovulatie tot geboorte
Januari 2021
- Les met
33 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4