Quiz hoofdstuk 2 B1D

Jullie eigen gemaakte quiz!
Je mag overleggen met je buur naast je :)
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Jullie eigen gemaakte quiz!
Je mag overleggen met je buur naast je :)

Slide 1 - Tekstslide

2.1

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de bevolkingsspreiding?

Slide 3 - Open vraag

Met hoeveel mensen groeit de wereld bevolking per minuut?
A
111
B
90
C
120
D
60

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de gemiddelde levensverwachting?
A
70
B
72
C
80
D
76

Slide 5 - Quizvraag

Waarom zijn gezinnen in arme landen vaak groter dan in rijke landen?
A
kinderen werken niet
B
weinig toegang tot anticonceptiemiddelen
C
kinderen kunnen werken voor hun ouders
D
Ze leven lang

Slide 6 - Quizvraag

Hoe kan het dat de levensverwachting hoger is in bepaalde landen?
A
Ze krijgen meer kinderen
B
De kinderen eten niet goed
C
ze hebben betere zorg
D
het is te warm om te groeien

Slide 7 - Quizvraag

2.2

Slide 8 - Tekstslide

Wat is gezinshereniging?
A
Ze gaan uit elkaar
B
Een migrant vertrekt en even later komt de rest van het gezin
C
De ouders scheiden

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen immigrant en emigrant?
A
Immigrant iemand die vertrekt en emigrant iemand die er in komt
B
allebei hetzelfde
C
Emigrant is iemand die uit het land gaat en immigrant iemand die er in komt

Slide 10 - Quizvraag

Wat is sociale bevolkingsgroei?
A
Iedereen gaat dood
B
Door immigranten wordt het land drukker
C
Meer mensen worden gekidnapt naar andere landen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de bevolkingsdichtheid?
A
Alle huizen dicht op elkaar
B
Het aantal inwoners gedeeld door het oppervlakte van het land
C
Alle huizen ver van elkaar
D
het oppervlakte van een land gedeeld door het aantal inwoners

Slide 12 - Quizvraag

Wat is vergrijzing?
A
Alle planten/dieren sterven uit
B
Er zijn heel veel babies
C
Er zijn veel ouderen
D
iedereen wordt ineens grijs

Slide 13 - Quizvraag

2.3

Slide 14 - Tekstslide

Welke drie categorieën cultuurelementen zijn er?

Slide 15 - Open vraag

Welke wereldtalen zijn er?

Slide 16 - Open vraag

Welke cultuur doordringt overal het meeste?
A
Amerikaanse
B
Spaanse
C
Engelse
D
Franse

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de grootste godsdienst op de wereld?
A
Islam
B
Boeddhisme
C
Christendom
D
Jodendom

Slide 18 - Quizvraag

Waar zijn de meeste kolonies zelfstandig geworden?
A
India
B
Australië
C
Delen van Afrika
D
Amerika

Slide 19 - Quizvraag

2.4

Slide 20 - Tekstslide

Hoevaak bidden Moslims per dag?
A
2 keer
B
3 keer
C
4 keer
D
5 keer

Slide 21 - Quizvraag

Op welk continent ligt Turkije?
A
Europa
B
Azië
C
Zuid-Amerika
D
Afrika

Slide 22 - Quizvraag

Op welke velden werken nog buffels?
A
Rijstvelden
B
Maïsvelden
C
Tarwevelden
D
Graanvelden

Slide 23 - Quizvraag

Hoeveel belangrijke cultuur gebieden zijn er?
A
3
B
4
C
6
D
8

Slide 24 - Quizvraag

Uit welk cultuurgebied komt de samba dans?
A
Japanse
B
Hindoeïstische
C
Boeddhistische
D
Afrikaanse

Slide 25 - Quizvraag

2.5

Slide 26 - Tekstslide

Hoeveel inwoners zijn er per vierkante kilometer in Nederland?
A
497
B
501
C
503
D
504

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een geboorteoverschot?
A
Wanneer het geboortecijfer hoger is dan het sterftecijfer
B
Wanneer het sterftecijfer hoger is dan het geboortecijfer
C
Het geboortecijfer en sterftecijfer is gelijk
D
Mensen trekken naar de stad voor werk

Slide 28 - Quizvraag

Wat is vergrijzing?
A
Als meer dan 20% van de bevolking ouder is dan 65 jaar
B
Als meer dan 25% van de bevolking ouder is dan 50 jaar
C
Als meer dan 20% van de bevolking ouder is dan 65 jaar
D
Als meer dan 25% van de bevolking ouder is dan 50 jaar

Slide 29 - Quizvraag

Wat is een sterfteoverschot?
A
Wanneer het geboortecijfer hoger is dan het sterftecijfer
B
Als geboortecijfer en het sterftecijfer hetzelfde zijn
C
Wanneer het sterftecijfer hoger is dan het geboortecijfer
D
Als meer dan 20% van de bevolking ouder is dan 65 jaar

Slide 30 - Quizvraag

Wat is binnenlandse migratie?
A
Mensen verhuizen voor medische redenen
B
Mensen trekken naar een ander land voor werk
C
Mensen trekken naar de stad voor werk
D
Mensen verhuizen omdat ze moeten vluchten

Slide 31 - Quizvraag

2.6

Slide 32 - Tekstslide

In welke provincie van Nederland wonen de meeste gelovigen?
A
Noord-Holland
B
Utrecht
C
Limburg
D
Groningen

Slide 33 - Quizvraag

Wat zijn de twee officiële talen in Nederland?
A
Nederlands en Brabants
B
Nederlands en Limburgs
C
Nederlands en Haags
D
Nederlands en Fries

Slide 34 - Quizvraag

In welke provincie van Nederland zijn de minste gelovigen?
A
Utrecht
B
Drenthe
C
Amsterdam
D
Brabant

Slide 35 - Quizvraag

Hoeveel procent van de Nederlandse bevolking is in Nederland geboren?
A
20%
B
75%
C
90%
D
95%

Slide 36 - Quizvraag

Hoeveel procent van de mensen in Nederland heeft geen godsdienst?
A
30%
B
50%
C
55%
D
90%

Slide 37 - Quizvraag