Interview schrijven les 1 1.6 en les 2 2.4

Les 1 - Hoofdstuk 1.6 Interviewen
  • 1.6 leerdoelen
    > ik weet hoe ik een interview afneem
    > ik weet hoe ik moet doorvragen
    > ik weet hoe ik een interview vastleg

  • Aan de slag met interviewen
  • Afsluiting van de les: beheers je de leerdoelen?
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 1 - Hoofdstuk 1.6 Interviewen
  • 1.6 leerdoelen
    > ik weet hoe ik een interview afneem
    > ik weet hoe ik moet doorvragen
    > ik weet hoe ik een interview vastleg

  • Aan de slag met interviewen
  • Afsluiting van de les: beheers je de leerdoelen?

Slide 1 - Tekstslide

Kijkopdracht: schrijf de vragen op
  • Stelt Matthijs goede vragen? Leg uit waarom wel of niet.
  • Stelt hij ook vervolgvragen? Geef een voorbeeld.
  • Heeft hij veel informatie gekregen?
  • Waar ging het interview over?

Duo's, schrijf antwoorden op, na fragment 2 minuten tijd.
Erna klassikaal bespreken.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Kijkopdracht bespreken
  • Stelt Matthijs goede vragen? Leg uit waarom wel of niet.
  • Stelt hij ook vervolgvragen? Geef een voorbeeld.
  • Heeft hij veel informatie gekregen?
  • Waar ging het interview over?

Duo's, schrijf antwoorden op, na fragment 2 minuten tijd.
Erna klassikaal bespreken.

Slide 4 - Tekstslide

Voorbereiden interview p. 49
  • Stap 1: Wat weet je al en wat wil je nog weten?
  • Stap 2: Bedenk daar vragen bij met de 5w 1h
  • Stap 3: Schrijf met steekwoorden op wat je gaat zeggen aan het begin van het interview.
  • Stap 4: Schrijf je vragen of en hou en regel wit tussen iedere vraag
  • Stap 5: Schrijf met steekwoorden op wat je gaat zeggen aan het einde van het interview.
  • Stap 6: Hoe ga je het interview vastleggen? Opschrijven of opnemen?

Slide 5 - Tekstslide

Tips voor goede antwoorden
  • Open vragen. Afwisselen met...
  • Vraagwoorden: 5w en 1 h
  • Een vraag tegelijk stellen.
  • Luister actief => aanhaken op antwoorden/opschrijven.
  • Houding: non-verbale communicatie.

Slide 6 - Tekstslide

Doorvraagtechniek (p. 50)
  • Vat samen wat is gezegd, stel daar een vraag over.
  • Herhaal het antwoord, maar dan als vraag.
  • Vraag om extra uitleg.
  • Vraag om een voorbeeld.

Luisteren - samenvatten - doorvragen => LSD-techniek

Slide 7 - Tekstslide

Laat OMA thuis
  • oordeel
  • mening
  • advies

Slide 8 - Tekstslide

Wat heb ik geleerd?
  • hoe je een interview afneemt;
  • hoe je moet doorvragen;
  • hoe je een interview vastlegt;
  • hoe je zelf een interview gaat houden. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat heb ik geleerd?
  • hoe je een interview afneemt; stappenplan p. 49
  • hoe je moet doorvragen; LSD - OMA
  • hoe je een interview vastlegt; papier - geluidsopname
  • hoe je zelf een interview gaat houden. 

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht
Bedenk wie je wilt interviewen over eigen gekozen onderwerp.
Geen klasgenoot, familielid dat je vaak ziet of ouder !!!
En ook niet de buurman/-vrouw

Maak een afspraak met deze persoon vanaf 18 december 2023.
  • Volgende week: vragen maken.
  • Uiterlijk 7 januari: interview houden.
  • Januari: uitschrijven van het interview.

Slide 11 - Tekstslide

Les 2 - Hoofdstuk 2.4 Het interviewverslag
Ik leer:

- hoe ik een interviewverslag schrijf
- hoe ik citeer;
- wat inversie is;
- hoe ik kan afwisselen met zinsvolgorde en woordkeuze.

Slide 12 - Tekstslide

Soorten interviewverslag (p. 111)
  1. Letterlijk interviewverslag
  2. Samenvattend interviewverslag 

Wat is ook al weer het verschil?

Slide 13 - Tekstslide

Opbouw
  • Inleiding: voorstellen geïnterviewde / functie van inleiding
  • Kern: weergeven in eigen woorden (verhalend), citaten
  • Slot: samenvatten, conclusie, vooruitblik

Slide 14 - Tekstslide

Citeren (p.112)
Citaat: wat iemand letterlijk heeft gezegd.

Let bij het schrijven van je verslag op de interpunctie.
Komma, punt, uitroepteken, vraagteken
Dubbele punt, Aanhalingstekens

Slide 15 - Tekstslide

Citeren (p.112)
Citaat: wat iemand letterlijk heeft gezegd.

Hij zei: "Dat had ik nooit moeten doen."
Hij zei: "Dat had ik nooit moeten doen!"
Hij zei: "Had ik dan nooit moeten doen?"
"Dat had ik nooit moeten doen," zei hij, "daar hebben veel mensen last van gehad."


Kijk heel precies naar de gebruikte interpunctie.

Slide 16 - Tekstslide

Hoe maak je van deze zin een citaat?
De spits vertelde dat hij van club wil veranderen.

Slide 17 - Open vraag

Hoe maak je van deze zin een citaat?
De directeur van Phillips antwoordt dat er 985 banen verloren zullen gaan.

Slide 18 - Open vraag

Wat valt je op aan deze zinnen?
Ik ga veel geld inzamelen voor het goede doel.

Voor het goede doel ga ik veel geld inzamelen.

Veel geld ga ik inzamelen voor het goede doel.

Slide 19 - Tekstslide

Inversie (p. 113)
Ik ga veel geld inzamelen voor het goede doel.

Voor het goede doel ga ik veel geld inzamelen.

Veel geld ga ik inzamelen voor het goede doel.

Slide 20 - Tekstslide

Woorkeuze
Voorkom herhaling!

Gebruik niet steeds "zeggen", "vertellen".

Gebruik ook een "uitleggen", "toelichten", "antwoorden", "mompelen", "knikken", "bevestigen". 

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht
Bedenk wie je wilt interviewen over een eigen gekozen onderwerp. Maak een afspraak met deze persoon en plan deze uiterlijk 7 januari in. Volgende stap dinsdag in de les (20 dec):
  • 10 vragen maken met 5 doorvraagvragen.
  • Uiterlijk 7 januari: interview houden.
  • Vanaf 7 januari: uitschrijven van het interview.
  • Inleveren 21 januari uiterlijk om 23:30

Slide 22 - Tekstslide