In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Samenstelling zijn twee woorden die SAMEN één woord worden
vb. bureau + blad = bureaublad
boeken + plank = boekenplank
Het eerste zelfstandig naamwoord heeft alleen een meervoud op -en.
Krant = kranten -> krantenbezorger
Kip = kippen -> kippensoep
vb. Zon = zonnestelsel, Koningin = Koninginnedag
vb. Apetrots = heel trots, beresterk = heel sterk
vb. Groente = groentes & groenten -> groentesoep
vb. tarwe = tarwebrood
vb. wiegen = wiegelied
vb. horloge = horloges -> horlogebandje
Deze kun je vaak horen
vb. Meningsverschil, jongensbroek
Als het tweede deel met een -s begint
dame + sjaal = damessjaal
Trucje: vervang het eerste woord:
damestas