3.4 wat is normaal?

werkblad
file:///C:/Users/jvanas/Downloads/werkblad-leerpad%20(1).pdf
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

werkblad
file:///C:/Users/jvanas/Downloads/werkblad-leerpad%20(1).pdf

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Paragraaf 3.4
0 - 5 Laptop, boeken en pen pakken
5 - 15 Terugblik vorige les
15 - 50 Uitleg & werken 3.4
50 - 55 Afsluiting

Aan het eind van de les: kan je uitleggen wat 
rolpatronen zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

• Je kunt uitleggen wat rolpatronen zijn en hierbij 
voorbeelden geven.
• Je kunt de begrippen gendernormen en 
genderneutraal uitleggen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen hoort bij verschillende groepen en speelt 
verschillende rollen. Sommige van deze rollen 
veranderen na een tijdje en sommige blijven hetzelfde.
Wie ben ik?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide bevat een korte lesbeschrijving voor de leerlingen.
hier komt de slide met de ster-1
Dit is een voorbeeld van een rol.
Dit is een voorbeeld van een groep.
Gamer
Dochter 
naam
De ster

Slide 5 - Tekstslide

Leerlingen vullen na deze slide het werkblad in (zie blijage). 

Deze slide laat een voorbeeld zien om de opdracht uit te leggen
In elke punt van de ster komt een rol of een groep te staan die belangrijk voor de leerling is. Kleinkind is een voorbeeld van een rol die iemand heeft. Vlogger is een voorbeeld van een groep waartoe iemand behoort.
  • Schrijf in elke punt een groep of rol die voor jou belangrijk is.
  • Bepaal daarna of dit kenmerk is gegeven of gekozen en of dit blijvend is of kan veranderen.
Mijn ster - de opdracht

Slide 6 - Tekstslide

Op de slide staat de opdracht toegelicht.

Deel de werkbladen uit. 
Welke rol/groep denk je jouw hele leven te behouden?

Slide 7 - Woordweb

Leerlingen geven individueel antwoord op de vraag welke rol/groep zij denken hun hele leven te behouden. 

Sta bij de nabespreking stil waarom leerlingen denken dat deze rol/groep niet zal veranderen. Wat zijn oorzaken die ervoor zorgen dat ze wel veranderen?
      Rolpatronen 
Culturen verschillen en veranderen. Maar elke cultuur heeft
rolpatronen.

Een rolpatroon is hoe iemand zich volgens anderen moet 
gedragen.
Bijvoorbeeld: in de horeca ben je altijd vriendelijk tegen 
klanten.



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Gendernormen 
Elke cultuur heeft gendernormen, normen die ‘horen’ bij het 
man-zijn of vrouw-zijn.

Wanneer mensen zich zo gedragen is dat rolbevestigend 
gedrag.
Wanneer mensen juist iets anders doen is dat roldoorbrekend 
gedrag.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Aan het werk 
1. Maken 3.4 
2. 3.4 af? Afronden opdrachten 3.3 




Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Leerdoelen 
• Je kunt uitleggen wat rolpatronen zijn en hierbij voorbeelden
geven.
• Je kunt de begrippen gendernormen en genderneutraal
uitleggen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      H3 Cultuur 
Cultuur
Subcultuur
socialisatie
sociale controle
identiteit
groepsgevoel
groepsnormen 
groepsdruk
rolpatronen
gendernormen 
genderneutraal 





Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur =
Cultuur = 
A
De regels van een land
B
De regels van een volk
C
De gewoontes van een groep mensen
D
Geloof, gedragsregels, kledingmanieren

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn groepsnormen?
A
De wetten van een land.
B
Ongeschreven regels en verwachtingen binnen een groep.
C
De regels die door de school zijn vastgesteld.
D
De persoonlijke doelen van een individu

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij sociale controle:
A
Letten mensen op elkaars gedrag
B
Controleren mensen elkaars waarden
C
Verdedigt iedereen zijn belangen
D
Leer je aangeboren eigenschappen af

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is groepsdruk?
A
De vriendschap die je opbouwt in een groep
B
De druk die je voelt om mee te doen met de groep
C
De druk die je voelt om een goede leider binnen de groep te zijn
D
De haat die je onderling opbouwt in een groep

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn gendernormen?
A
D. Gedrag dat niet veranderd kan worden
B
B. Normen die aangeven wat typisch is voor mannen en vrouwen
C
A. Regels voor hoe iedereen zich moet gedragen
D
C. Wat je leuk vindt om te doen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het kenmerkende van een subcultuur is dat een subcultuur:


A
afwijkt van de dominante cultuur.
B
botst met de dominante cultuur.
C
altijd maar kort bestaat.
D
weinig tolerantie kent.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke reden voor groepsgevoel herken je?
A
Omgeving
B
Religie
C
Belangen en problemen
D
Smaak of interesse

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Identiteit is...
A
alleen je karakter
B
wie je vrienden zijn
C
wie jouw ouders zijn
D
eigenschappen en ervaring

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is socialisatie?
A
Sociaal zijn
B
Je netjes gedragen
C
aanleren van gewoonten die passen bij je cultuur
D
alle normen en waarden van een maatschappij

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

      Aan het werk 
  • Afmaken hoofdstuk 3: Cultuur
  • Online of in je boek
  • Minimaal 7 opdrachten per paragraaf!




Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies