Nakijken woordenschat 5 en 6 en woordvolgorde samengestelde zin

les-informatie
lesdoel   controleren antwoorden    woordenlijst 5 

past bij   Nu Nederlands 1F-2F boek A / B
             WDS 3.2 Moeilijke woorden
auteur   MB
datum   jan., febr. 2022

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nederlands voor anderstaligenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

les-informatie
lesdoel   controleren antwoorden    woordenlijst 5 

past bij   Nu Nederlands 1F-2F boek A / B
             WDS 3.2 Moeilijke woorden
auteur   MB
datum   jan., febr. 2022

Slide 1 - Tekstslide

p.183  opdracht 1
Welk woord past het best op de open plek in de zin?

Slide 2 - Tekstslide

1. Heb je een conflict met je werkgever of wil je een dreigend conflict ... , neem dan contact op met een bemiddelaar.
timer
0:30
A
vermijden
B
verrichten
C
voltooien

Slide 3 - Quizvraag

2. 'Wat zouden die vreemde tekens ...?' vroeg Sheree, toen ze naar een oude muurschildering keek.
timer
0:30
A
inhouden
B
onderscheiden
C
vermelden

Slide 4 - Quizvraag

3. Fernando wil eerst zijn opleiding ... , voordat hij op reis gaat naar de VS.
timer
0:30
A
aantreffen
B
trachten
C
voltooien

Slide 5 - Quizvraag

4. Tijdens de slipcursus ... ze dat alle deelnemers minstens een jaar rijervaring hebben.
timer
0:30
A
beheersen
B
trachten
C
veronderstellen

Slide 6 - Quizvraag

5. Ik ben benieuwd hoe we het huis ... , nu Jill een week alleen thuis is geweest.
timer
0:30
A
aantreffen
B
beheersen
C
onderscheiden

Slide 7 - Quizvraag

6. 'We moeten nog veel werk ... voordat de schutting stevig staat', zei Mark.
timer
0:30
A
aantreffen
B
trachten
C
verrichten

Slide 8 - Quizvraag

p.183 opdracht 2
Welk woord past het best bij de situatie?

Slide 9 - Tekstslide

Op de eerste bladzijde van het boek staat wie allemaal aan het onderzoek hebben meegewerkt.
Omdat Jeff graag wil opvallen, draagt hij altijd heel bijzondere kleding.
Tim hoopt vanavond het laatste couplet van zijn nieuwe nummer te kunnen schrijven.
Alhoewel Naomi erg emotioneel werd van de film, wilde ze niet in de bioscoop gaan huilen.
Sam heeft wel drie pogingen gedaan om de wasmachine weer aan de praat te krijgen.
voltooien
onderscheiden
beheersen
trachten
vermelden

Slide 10 - Sleepvraag

les-informatie
lesdoel   controleren antwoorden    woordenlijst 6 

past bij   Nu Nederlands 1F-2F boek A / B
             WDS 3.2 Moeilijke woorden
auteur   MB
datum   jan., febr. 2022

Slide 11 - Tekstslide

p.184  opdracht 11
Welk woord past het best op de open plek in de zin?

Slide 12 - Tekstslide

1. ... u nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met M. Bot.
timer
0:30
A
Desondanks
B
Indien
C
Tenzij

Slide 13 - Quizvraag

2. Wassim weet dat hij zijn huisgenoot geen plezier doet met broccoli; ... zet hij het af en toe op tafel.
timer
0:30
A
desondanks
B
hoewel
C
indien

Slide 14 - Quizvraag

3. Ilona is gek op pure chocola; Xavier kiest ... altijd voor witte.
timer
0:30
A
daarentegen
B
desondanks
C
zowel

Slide 15 - Quizvraag

4. ... de hoge verwachtingen, bleek het nieuwe boek van de bekende schrijver erg tegen te vallen.
timer
0:30
A
Dankzij
B
Hoewel
C
Ondanks

Slide 16 - Quizvraag

p.184 opdracht 12
Welk woord past het best op de open plek in de zin? 

Slide 17 - Tekstslide

Type je antwoorden van nummer 1-3 onder elkaar.
timer
2:00

Slide 18 - Open vraag

Type je antwoorden van nr.4-6 onder elkaar.
timer
2:00

Slide 19 - Open vraag

Dit was voor mij een goede manier om deze opdrachten te controleren.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Woordvolgorde in samengestelde zinnen

Slide 21 - Tekstslide

je leert
wat samengestelde zinnen zijn
hoe de volgorde in samengestelde zinnen is
verschillende  voegwoorden om zinnen mee aan elkaar te 'voegen'

Slide 22 - Tekstslide

Voegwoorden
In het Nederlands kun  je twee zinnen aan elkaar maken (voegen) tot een lange zin, met voegwoorden. Een lange zin met twee persoonsvormen heet een samengestelde zin.
Bijvoorbeeld:
                         zin 1: ik hou van voetbal.
                         zin 2: ik ben dol op paardrijden.
Aan elkaar voegen met EN: 
zin3: Ik hou van voetbal en ik ben dol op paardrijden.

Slide 23 - Tekstslide

Welke voegwoorden ken je? Typ er een aantal.

Slide 24 - Open vraag

Volgorde
Bij de meeste voegwoorden verandert de woordvolgorde: het werkwoord komt achteraan in de tweede zin:

Ik hou van voetbal, terwijl ik niet van paardrijden hou.
Ik zit op school, omdat ik iets wil leren

Slide 25 - Tekstslide

De volgorde verandert NIET bij:
  1. en         Ik hou van koffie en ik hou van thee
  2. maar    Ik hou van koffie, maar ik hou niet van thee
  3. want    Ik hou van koffie, want ik word dan wakker.
  4. of          Je  houdt van koffie of je houdt van thee.
  5. dus       Ik hou alleen van koffie, dus ik hou niet van thee.

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeelden
Zin 1: Ik ga niet naar school                        Zin 2: ik ben ziek

Ik ga niet naar school want ik ben ziek.
Ik ga niet naar school en ik ben ziek.

Ik ga niet naar school omdat ik ziek ben.
Ik ga naar school, tenzij ik ziek ben


Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

De volgorde in de tweede zin verandert niet.
In de tweede zin verandert de woordvolgorde
en
maar
omdat
zodat
Terwijl
dus
want

Slide 29 - Sleepvraag

Welke zin is NIET goed?
A
Ik hou van jou, want je bent lief.
B
Ik hou van mijn broer omdat hij is lief.
C
Ik lees de krant, terwijl ik muziek luister
D
Ik ga naar school, zodat ik veel kan leren.

Slide 30 - Quizvraag

In Nederland leren kinderen fietsen...
A
...wanneer ze zijn vijf of zes jaar.
B
...wanneer ze vijf of zes jaar zijn.

Slide 31 - Quizvraag

Ik hou van voetballen.
Ik ben lid van de tennisclub.
en maar hoewel

Slide 32 - Open vraag

Voorbeelden van goede zinnen
Ik hou van voetballen en ik ben lid van de tennisclub.
Ik ben lid van de tennisclub en ik hou van voetballen. 
Ik hou van voetballen, maar ik ben lid van de tennisclub
Ik ben lid van de tennisclub, maar ik hou van voetballen.
Hoewel ik van voetballen hou, ben ik lid van de tennisclub.
Hoewel ik lid ben van de tennisclub, hou ik van voetballen

Slide 33 - Tekstslide

ondanks
hoewel
tenzij
indien
Je loopt op maandag en dinsdag stage, .... je nog geen stage gevonden hebt.
Je kunt die pan wel gebruiken, .... dat hij geen deksel heeft.

Je moet een herkansing maken.... je voor dat vak een onvoldoende hebt. 

Ik heb gisteren twee uur huiswerk gemaakt, .... ik een beetje hoofdpijn had.

Slide 34 - Sleepvraag