Hebben/zijn

Hebben of zijn
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Secundair onderwijs

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Hebben of zijn

Slide 1 - Tekstslide

Ik ................... 1.70 m lang.
heb
ben

Slide 2 - Poll

Jij ................. een kok.
hebt
bent

Slide 3 - Poll

Zij ........... heel aardig.
A
hebben
B
zijn
C
heeft
D
is

Slide 4 - Quizvraag

Hij ................. een grote familie. 
Ik ........ een fiets. 
Jij ..................... een nieuwe job.
Jullie ..................... mooie bloemen. 
heeft
heb
hebt 
is
ben
bent
zijn
hebben

Slide 5 - Sleepvraag

Zij .................. een vrouw.

Slide 6 - Open vraag

Mijn ouders ................. leuk.
A
hebben
B
zijn
C
is
D
heeft

Slide 7 - Quizvraag

Hij .................. 25 jaar.

Slide 8 - Open vraag

Wij ............... sportief.
hebben
zijn

Slide 9 - Poll

Ik ............... de griep.
heb
ben

Slide 10 - Poll

Jullie ............... groene ogen.

Slide 11 - Open vraag

Wij ................ ziek.
hebben
zijn

Slide 12 - Poll

Zij (groep) .................. lang haar.

Slide 13 - Open vraag

Zij .............. een blauwe rok.
A
hebben
B
zijn
C
heeft
D
is

Slide 14 - Quizvraag

Zij .................... veel energie.

Slide 15 - Open vraag

Ik ................. getrouwd.

Slide 16 - Open vraag

Jij .............. mijn vriend.

Slide 17 - Open vraag

Zij (groep) ................... heel slim.
A
hebben
B
zijn
C
heeft
D
is

Slide 18 - Quizvraag

Ik ............... geen kinderen.

Slide 19 - Open vraag

Ik .............. een huis.
heb
ben
is

Slide 20 - Poll

Wij .............. een kat.
hebben
zijn
heeft

Slide 21 - Poll

Zij ............. 2 broers.

Slide 22 - Open vraag

Ik ............. moe.
A
heb
B
ben
C
heeft
D
is

Slide 23 - Quizvraag

Zij ........... mijn buurvrouw.

Slide 24 - Open vraag

Wij ................... een feest op zaterdag.
A
hebben
B
zijn
C
heeft
D
is

Slide 25 - Quizvraag

Jullie .................. goede studenten.

Slide 26 - Open vraag

Hij ............ een nieuwe smartphone.
heeft
is

Slide 27 - Poll

Ik .................... Ella.

Slide 28 - Open vraag