4.2 Spanningen in Europa

Lesopzet
K: presentatie paragraaf 4.2
Z: maak paragraaf 4.2 (tm vraag 7)
Klaar? Verder met je studiewijzer.
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesopzet
K: presentatie paragraaf 4.2
Z: maak paragraaf 4.2 (tm vraag 7)
Klaar? Verder met je studiewijzer.

Slide 1 - Tekstslide

Vorige keer...
Lesdoel: 
Je weet globaal waar het komende hoofdstuk over zal gaan. 

Slide 2 - Tekstslide

Onderwerpen
  • Eerste wereldoorlog
  • Economische wereldcrisis
  • Opkomst van Hitler 

Slide 3 - Tekstslide

Deze keer...
Lesdoel: 
Je weet wat de oorzaken van de eerste wereldoorlog zijn. 

Slide 4 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 5 - Tekstslide









"De oorlog die alle 
oorlogen zou beëindigen"

Slide 6 - Tekstslide

Oorzaak 1


Nationalisme







Extreme trots op het eigen volk en land
'Ons land is het beste!'

Slide 7 - Tekstslide

Oorzaak 2


Militarisme







Trots op alles wat met het eigen leger te maken heeft
Vertrouwen in de kracht van het eigen leger

Slide 8 - Tekstslide

Oorzaak 3


Wapenwedloop







Vooral tussen Engeland en Duitsland ontstaat 
een felle strijd om wie de sterkste en meeste wapens heeft

Slide 9 - Tekstslide

Oorzaak 4


Duitsland ontstaat
1871







In één keer komt er een groot nieuw land bij

Slide 10 - Tekstslide

Het machtsevenwicht wordt nu verstoord

Slide 11 - Tekstslide

Oorzaak 5


Modern imperialisme







De Europese landen willen hun macht uitbreiden in Azië en Afrika.

Slide 12 - Tekstslide

Oorzaak 6


Bondgenootschappen







Economische en militaire afspraken tussen de landen: Wij helpen elkaar!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Oorzaak 7


Het Ottomaanse Rijk valt uit elkaar











Het oude rijk stond in Europa
bekend als: de zieke man van Europa

Slide 15 - Tekstslide

Alle oorzaken zorgen voor een eplosieve situatie in Europa
Het wachten is op het aansteken van de lont...

Slide 16 - Tekstslide

Bosnië is in 1914 deel van Oostenrijk-Hongarije, maar niet iedereen is daar blij mee. Een groep nationalisten, de Bende van de Zwarte Hand, wil bij Servië horen en willen ver gaan om dit doel te bereiken...

Slide 17 - Tekstslide

Aanleiding

Gavrilo Princip vermoordt Franz-Ferdinand








De kroonprins van Oostenrijk-Hongarije bracht op 28 juni 1914 een bezoek aan de Bosnische stad Sarajevo. Daar wordt hij vermoord
door de Bende van de Zwarte Hand.

Slide 18 - Tekstslide

Video
Van het een kwam het ander: 
Het startschot van de grote oorlog

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video


Welk woord wordt bedoeld?
trots op je eigen land – vlag – volkslied

Slide 21 - Open vraag

Nationalisme is:
A
Een eigen staat voor je land willen.
B
Een grote liefde hebben voor je eigen volk.
C
Een leger hebben om je eigen volk te verdedigen.
D
Niet zwakker willen zijn dan andere volken.

Slide 22 - Quizvraag


Welk woord heeft niets
te maken met nationalisme?
A
vlag
B
land
C
mitrailleur
D
volk

Slide 23 - Quizvraag


Welk woord heeft niets
te maken met militarisme?
A
soldaat
B
volkslied
C
uniform
D
medailles

Slide 24 - Quizvraag


De Eerste Wereldoorlog duurde van...
A
1914 - 1917
B
1914 - 1918
C
1939 - 1945
D
1940 - 1945

Slide 25 - Quizvraag

In 1914 kwamen veel
Europese landen met elkaar in oorlog. Wat is daarvan geen oorzaak
A
nationalisme
B
opkomst van Hitler
C
militarisme
D
bondgenootschappen

Slide 26 - Quizvraag

Welke moord was de
aanleiding voor het uitbreken
van de Eerste Wereldoorlog?
A
De moord op de Duitse keizer, Wilhelm II
B
De moord op de Russische tsaar, Nicolaas II
C
De moord de keizer van Oostenrijk-Hongarije, Franz Jozef
D
De moord op de troonopvolger van het Oostenrijks-Hongaarse rijk Franz Ferdinand

Slide 27 - Quizvraag


Welk woord wordt bedoeld?
vrienden – helpen – landen - oorlog

Slide 28 - Open vraag

Deze keer...
Lesdoel: 
Je weet wat de oorzaken van de eerste wereldoorlog zijn. 

Slide 29 - Tekstslide

Lesopzet
K: presentatie paragraaf 4.2
Z: maak paragraaf 4.2 (tm vraag 7)
Klaar? Verder met je studiewijzer.

Slide 30 - Tekstslide