H10 - Ruimtemeetkunde

• Wiskunde
• Secundair onderwijs

H10 - Ruimtemeetkunde

Wat kan ik na de les?

Ik kan de verschillende soorten perspectieven onderscheiden.

Ik kan de verschillende aanzichten onderscheiden. 

Ik kan de verschillende ontvouiingen onderscheiden en koppelen aan de juiste ruimtefiguur.

1. Tekening 1
2. Tekening 2

Natuurlijk perspectief

Klik hier

Natuurlijk perspectief
Duid op p. 146 de belangrijke woorden aan. 

Is dit het natuurlijk perspectief?

1. Natuurlijk perspectief
2. Niet natuurlijk perspectief

Is dit het natuurlijk perspectief?

1. Natuurlijk perspectief
2. Niet natuurlijk perspectief

Opdracht

Lees p. 148 'parallelperspectief' en duid de belangrijke woorden aan. 

PS: parallelperspectief = cavalièreperspectief

10.2 Aanzichten

Typ wat je weet over
"Aanzichten"

Opdracht

Lees de groene kader op p. 153 aandachtig. 
Duid de belangrijke zaken aan met de fluostift. 
(Zie hotspot!)

1. Vooraanzicht
2. Rechterzijaanzicht
3. Linkerzijaanzicht
4. Achteraanzicht

1. Vooraanzicht
2. Rechterzijaanzicht
3. Linkerzijaanzicht
4. Achteraanzicht

1. Vooraanzicht
2. Rechterzijaanzicht
3. Onderaanzicht
4. Bovenaanzicht

Vond je deze oefening nog moeilijk? Heb je graag extra uitleg? Bekijk deze video. Anders mag je deze overslagen.

Maak volgende oefeningen:

• p.  153: oefening 9
  
  
• p. 154 - ...: oefeningen 10, 11, 12, 13

Controleer hier je antwoord op vraag 9.

1. Antwoord A
2. Antwoord B
3. Antwoord C
4. Antwoord D

Trek een foto van de ingevulde oefening 10

Controleer hier je antwoord op vraag 11.
PS: Antwoord E is fout.

1. Antwoord A
2. Antwoord B
3. Antwoord C
4. Antwoord D

Controleer hier je antwoord op
vraag 12.

1. Antwoord A
2. Antwoord B
3. Antwoord C
4. Antwoord D

Trek een foto van de ingevulde oefening 13.

Geef je antwoord in op de volgende slide.

Ingang A komt overeen met ingang ... op het grondplan.
(Typ enkel het getal!)

Geef je antwoord in op de volgende slide.

Met welke camera werd de foto gemaakt?
(Typ enkel het getal!)

Opdracht

Verbeter de oefeningen 10 en 13. Door op onderstaande hotspots te klikken.

VRIJBLIJVENDE UITDAGING!

Waren deze oefeningen makkelijk voor jou? 
Maak dan zeker oefening 14 eens!

10.3 Ontwikkelingen

OPDRACHT

1. Lees op p. 159 - 160 de ontwikkeling van een kubus. 
   Duid de belangrijke vaktermen aan. 
2. Graag nog extra uitleg? Bekijk onderstaande video!
3. Maak oefening 16 in je werkboek. 

Oefening 16: Tekening 1 is een ontwikkeling van een kubus.

1. Waar
2. Niet waar

Oefening 16: Tekening 2 is een ontwikkeling van een kubus.

1. Waar
2. Niet waar

Oefening 16: Tekening 3 is een ontwikkeling van een kubus.

1. Waar
2. Niet waar

Oefening 16: Tekening 4 is een ontwikkeling van een kubus.

1. Waar
2. Niet waar

Oefening 16: Tekening 5 is een ontwikkeling van een kubus.

1. Waar
2. Niet waar

OPDRACHT

1. Lees op p. 161 de ontwikkeling van een balk.
   Duid de belangrijke vaktermen aan. 
2. Graag nog extra uitleg? Bekijk onderstaande video!
3. Maak oefening 18 in je werkboek.

Oefening 18: Tekening 1 is een ontwikkeling van een balk.

1. Waar
2. Niet waar

Oefening 18: Tekening 2 is een ontwikkeling van een balk.

1. Waar
2. Niet waar

Oefening 18: Tekening 3 is een ontwikkeling van een balk.

1. Waar
2. Niet waar

Oefening 18: Tekening 4 is een ontwikkeling van een balk.

1. Waar
2. Niet waar

Oefening 18: Tekening 5 is een ontwikkeling van een balk.

1. Waar
2. Niet waar

OPDRACHT

1. Lees op p. 164 de ontwikkeling van een cilinder.
   Duid de belangrijke vaktermen aan. 
2. Maak oefening 21 in je werkboek.

Oefening 21: Tekening 1 is een ontwikkeling van een cilinder.

1. Waar
2. Niet waar

Oefening 21: Tekening 2 is een ontwikkeling van een cilinder.

1. Waar
2. Niet waar

Oefening 21: Tekening 3 is een ontwikkeling van een cilinder.

1. Waar
2. Niet waar

Oefening 21: Tekening 4 is een ontwikkeling van een cilinder.

1. Waar
2. Niet waar

Oefening 21: Tekening 5 is een ontwikkeling van een cilinder.

1. Waar
2. Niet waar

OPDRACHT

• Lees eerst de volledige opdracht alvorens te beginnen!
• Teken zelf een zelfgekozen ontwikkeling van een zelfgekozen ruimtefiguur. 
• Knip deze ontwikkeling uit en steek de ruimtefiguur in elkaar.
• LET OP: Je moet extra randjes voorzien om de ruimtefiguur te kunnen plakken. Zie voorbeeld hotspot!
• Lukt het je niet om er zelf een te tekenen. Zoek dan een bouwplaat op internet!

Trek een foto van je ruimtefiguur.

Hoe goed begreep je deze les?

1. 1 ster
2. 2 sterren
3. 3 sterren
4. 4 sterren

Wat vind je van deze manier van les volgen?

Bij welk onderdeel heb je graag extra uitleg in de klas?