Toekomende tijd (future)will + hele werkwoord)/shall
- Will + hele werkwoord (verb) - beloftes, aankondigen en besluiten + voorspelling waar je geen bewijs voor hebt.
I will do it! (Hij gaat het ook écht doen)
* I will win the lottery this Saturday (voorspelling, geen bewijs)
* Shall gebruik je als je iets voorstelt, maar alleen bij 'I' en 'We'
Shall we go to the cinema?
Shall I do it?