20180322 grammatica/literatuur

Welkom
Grammatica
Literatuur
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
Grammatica
Literatuur

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Kennisquiz grammatica/argumenteren/woordenschat (12 vragen)
Het kistje (Godfried Bomans)

Slide 2 - Tekstslide

Waar is de samentrekking juist?
A
De dief werd door de politieagent gepakt en zette hem in de cel.
B
De schooldagen worden steeds langer en de zomervakantie korter.
C
Emma leest graag boeken en Lisa tijdschriften.
D
De ijverige leerlingen hebben de afgelopen weken heel hard gewerkt en dus recht op vakantie.

Slide 3 - Quizvraag

De ijverige leerlingen hebben de afgelopen weken heel hard gewerkt en dus recht op vakantie.

Waarom is deze samentrekking fout?
A
de betekenis van het weggelaten woord is anders
B
de grammaticale functie is niet gelijk
C
de grammaticale vorm is niet gelijk

Slide 4 - Quizvraag

De Eerste Kamer heeft de wet aangenomen en geldt vanaf 1 januari.
A
Juiste samentrekking
B
onjuiste samentrekking

Slide 5 - Quizvraag

Hoewel het onderwerp misschien niet heel inspirerend is, reken ik op jouw aanwezigheid.

Wat is de bijzin?
A
Hoewel ... is (bwb-zin)
B
reken ... aanwezigheid (lv-zin)
C
allebei hoofdzin
D
hoewel ... is (lv-zin)

Slide 6 - Quizvraag

Hoewel het onderwerp misschien niet heel inspirerend is, reken ik op jouw aanwezigheid.

Wat is het lijdend voorwerp?
A
er is geen lijdend voorwerp
B
jouw aanwezigheid
C
onderwerp

Slide 7 - Quizvraag

Hoewel het onderwerp misschien niet heel inspirerend is, reken ik op jouw aanwezigheid.

Hoe benoem je 'op jouw aanwezigheid'?
A
bijwoordelijke bepaling
B
voorzetselvoorwerp
C
bijvoeglijke bepaling
D
meewerkend voorwerp

Slide 8 - Quizvraag

Welk signaalwoord past bij een enkelvoudige argumentatie?
A
Daarnaast
B
Bovendien
C
Omdat
D
Ten slotte

Slide 9 - Quizvraag

Welk signaalwoord past bij een nevenschikkende argumentatie?
A
Bovendien
B
Dat blijkt uit
C
Aangezien
D
want

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent veinzen?
A
doen alsof
B
rondbazuinen
C
ontkennen

Slide 11 - Quizvraag

wat betekent abusievelijk?
A
iemand hardhandig aanpakken
B
zonder te overleggen
C
per ongeluk
D
na lang beraad

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent aversie?
A
samenwerking
B
afkeer
C
afgang
D
vooroordeel

Slide 13 - Quizvraag

De directeur van deze school, Hans Werkman, houdt een toespraak.
Hans Werkman =
A
bijstelling
B
bijvoeglijke bepaling
C
onderwerp

Slide 14 - Quizvraag

Godfried Bomans
1913-1971

Eric of het kleine insecetenboek (1941)

Vaak kritisch op het geloof en de maatschappij

"Bomans is een groot schrijver. Je mag het alleen niet hardop zeggen."

Slide 15 - Tekstslide

Personages
Ik-verteller
Personale verteller
Alwetende verteller

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht bij Het kistje
1. Wat is het perspectief in de eerste alinea? Leg dit uit.
2. Wat is het perspectief in de rest van het verhaal?
3. Wat is de hamvraag? (de moraal van het verhaal)
Begin met: In hoeverre ...

Slide 17 - Tekstslide

Volgende week
Nakijken opdrachten uit Talent
(tijdens de les) aan de slag met het betoog

Slide 18 - Tekstslide