Rekenen leerjaar 1 periode 4 week 3

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Rekenen 

Verpleegkundige rekenen

Medicatie 

Zelfstandig de les nogmaals door? 

https://LessonUp.app/invite/h/QqFCCs3tzaSsyoaCC

Deze les

Leerdoelen

Herhaling: hulpmiddelen

Terugblik: maten, BMI en Vochtbalans

Vorige week: antwoorden reader maten BMI en Vochtbalans

Instructie en oefening: Medicatie (oraal, inclusief druppels)

Leerdoelen

De student

Kan benodigde orale medicatie berekenen

Kan het aantal benodigde druppels medicatie berekenen

Verpleegkundig rekenen leerjaar 1

Overig: leerjaar 2

Toetsing

Leerjaar 3

Herhaling en Toetsing

Hulpmiddelen

Lesmateriaal: Reader (CumLaude) en PowerPoints (CumLaude)

Rekenmachine

Kladblaadje

Hulpkaart (CumLaude)

Tip : print de hulpkaart

Dan hoef je niet tussen schermen te switchen tijdens het rekenen. 

Terugblik

Terugblik: BMI 

Gewicht in verhouding tot lengte

Welke formule zie je op de hulpkaart?

BMI = Gewicht in kilogram : (lengte in meter x lengte in meter )

 

Terugblik: Vochtbalans

Formule:

hoeveelheid vocht in – hoeveelheid vocht uit

Uitkomst:

positieve vochtbalans (>0) Patiënt krijgt meer vocht binnen dan hij verliest

Negatieve vochtbalans (<0) Patiënt verliest meer vocht dan hij binnenkrijgt

Antwoorden maten

Antwoorden BMI

A1. 22.22 --> 22

A2. 25,39 --> 25

A3 29.09 --> 29

B1 19.36 => 19 Gezond gewicht, geen risico

B2 44,29 (44)

B3 a ondergewicht, gezondheidsrisico 

       b 1,5 kilo aankomen

B4 a 101,56 kilo

       b 9,8 kilo

       c overgewicht
C 8,17 kilo

Antwoorden vochtbalans

A

B 1) 1405 positief

    2) 120 negatief

    3) 150 negatief

Wie doet wat

A uitleg volgen 

B zelfstandig verder in de reader lezen (medicatie af)

C ander vak (medicatie af)

D meeluisteren

Medicatie

Reader:

Het hoofdstuk medicatie bestaat uit een stukje algemene informatie, dan druppelmedicatie en vervolgens injecteren.

Lees pagina 9 en 10 nu even door 

Deze les:

Druppelmedicatie

Druppels

Je hebt geleerd: 1 ml = 20 druppels

Wanneer een ampul 60mg/3ml bevat en de patiënt 10 mg moet krijgen. Hoeveel druppels geef je dan?

Wanneer een ampul 60mg/3ml bevat en de patiënt 10 mg moet krijgen. Hoeveel druppels geef je dan? 

10mg/0,5ml                                                                         10

Hoeveel druppels?                                                 10 druppels 

Andersom

Hoeveel mg medicijn krijgt de patiënt wanneer hij/zij 25 druppels krijgt. Zet een cirkel om je antwoord en stuur je klad in

Antwoord = 2,5 mg

25 druppels = 1,25 ml

1,25 ml = 2,5 mg

Volgende les

Start domein meten en meetkunde

Agenda: alvast lezen en eventueel opdrachten maken

ExpertCollege Rekenen

3F- Meten en Meetkunde: Metrieke Stelsel

3F- Meten en Meetkunde: Meten