Bij welke groep past voor jou de volgende stelling?
Maximaal 2 groepen omhoog houden.
Slide 2 - Tekstslide
Met deze mensen maak ik wel eens ruzie
Slide 3 - Tekstslide
Deze mensen groet ik op straat
Slide 4 - Tekstslide
Met deze mensen deel ik geheimen
Slide 5 - Tekstslide
Deze mensen help ik als zij hulp nodig hebben (verhuizen etc.)
Slide 6 - Tekstslide
Deze mensen behandel ik met respect
Slide 7 - Tekstslide
Deze mensen bel ik op als zij in het ziekenhuis liggen.
Slide 8 - Tekstslide
Deze mensen vind ik aardig en zij mij ook
Slide 9 - Tekstslide
Deze mensen vertel ik niet alles.
Slide 10 - Tekstslide
Deze mensen ben ik nieuwsgierig naar hoe het met hen gaat
Slide 11 - Tekstslide
Deze mensen voeg ik toe als vriend op social media
Slide 12 - Tekstslide
Deze mensen leen ik geld
Slide 13 - Tekstslide
Conflict, ruzie en pestgedrag
Slide 14 - Tekstslide
Je klasgenoot wil niet verder werken aan het project, omdat hij vindt dat hij alles alleen doet
Slide 15 - Tekstslide
Je praat al een week niet meer tegen je vriend(in) omdat hij/zij dit weekend niet naar een feest wil.
Slide 16 - Tekstslide
Je hebt haast, maar je kunt niet door de deur omdat een groepje in de deuropening staat te kletsen. Je loopt dwars door het groepje heen
Slide 17 - Tekstslide
Je hebt het over een feest dit weekend. Als een klasgenoot erbij komt staan, praat je opzettelijk vrolijk over een ander onderwerp. Je wilt niet dat je klasgenoot ook naar dat feest gaat.
Slide 18 - Tekstslide
Je wilt graag als eerste antwoord geven, maar je klasgenoot laat je niet uitspreken. Dat vind je vervelend
Slide 19 - Tekstslide
Als je klasgenoot wat zegt, dan draait een deel van de klas regelmatig met de ogen.
Slide 20 - Tekstslide
Je nodigt de hele groep uit voor een feest, op een iemand na. Je denkt: 'Ik heb gewoon niet zo veel met die persoon'
Slide 21 - Tekstslide
Als een klasgenoot een presentatie geeft, appt iemand 'sukkel' in de groepsapp waar een deel van de klas lid van is.
Slide 22 - Tekstslide
Je werkt niet samen met een collega omdat hij homo is
Slide 23 - Tekstslide
Een klasgenoot zet 'sukkel' op het moment dat je een verkeerd antwoord geeft. Je vraagt vriendelijk of die eikel zijn bek wil houden